dinsdag 15 december 2015

Kerstmiss

Ze zal ongetwijfeld vaak gefotografeerd zijn, de naakte dame die in Valkenburg ontspannnen over de leuning van een bruggetje over de Geul leunt. Nou ja, het is niet een heuse dame. Want dan zou ze inmiddels al lang kramp in haar hele lijf hebben. Wat ik bedoel is het beeld van een naakte vrouw op een emmer dat aan de Bogaardlaan staat. 
Ik weet niet of er een echte dame model gestaan heeft voor dit beeld. Ik weet er eigenlijk erg weinig van. Het staat er al jaren, reconstrueer ik uit de schaarse informatie op internet. Maar over het beeld zelf kon ik verder niks vinden. Meer mensen vragen zich af wie de maker is, maar antwoorden vind ik niet. 
Als ik de trefwoorden ‘beeld’ en ‘Geul’ intik, zijn de eerste drie foto’s die onder ‘Afbeeldingen’ verschijnen van dit beeld. Fotogeniek is de dame dus wel. In 2010 tijdens de oranjegekte rond het WK voetbal in Zuid-Afrika droeg ze een oranje mutsje en lag er een oranje voetbal aan haar voeten, zie ik op een foto. Iemand anders had ook de Kerstvrouw al eerder dan ik gefotografeerd en op internet geplaatst.
In februari van dit jaar, een week na carnaval, maakte ik de linker foto. Ik weet niet of ze tijdens het narrenfeest ‘verkleed’ was, maar toen ik haar zag stond ze daar in al haar onverhulde brons. Ik maakte toen een foto en borg die op in mijn archief zonder er iets mee te doen. Tot ik haar vanmiddag weer fotografeerde, nu uitgedost als Kerstmiss. 
Ik pakte er de foto uit februari bij en zag dat ze geen kippenvel had. Voor de temperatuur had ze ook nu geen kleren aan hoeven trekken, want die reikten naar voorjaarswaarden. Maar de hint is wel duidelijk: het is ondanks het voorjaarsweertje toch heus werkelijk waar bijna Kerstmis.


Ho ho ho! Vrolijk Kerstmiss.


vrijdag 27 november 2015

Brick ziet ochtendzon

Het is sinds ik in februari 2007 met dit blog begon nog niet gebeurd, dat ik een maand geen foto plaatste. Het zal deze maand ook niet gebeuren. Want hier is dan mijn novemberfoto. Een door mijzelf opgelegde spelregel van dit blog is dat ik alleen maar verse foto’s plaats. Liefst van vandaag en bij hoge uitzondering een dag oud. Alleen voor een aan de actualiteit gerelateerd verhaal wil ik een enkele keer nog wel eens in mijn archief duiken. 
Een reden waarom er minder foto’s op dit blog verschijnen is, dat ik steeds meer foto’s plaats op Facebook. Dat zijn foto’s die voor zichzelf spreken en hooguit vergezeld gaan van een korte uitleg. Op dit blog gaat het vooral om foto’s waarover vanuit fotografisch oogpunt iets te vertellen is. Zoals deze foto, die gemaakt is met een compactcamera. 
Nu ik niet meer aan kantoortijden gebonden ben zit ik vaak op de fiets. Een paar honderd kilometer per week is geen uitzondering. Die haalde ik deze week ondanks het frisse weertje ook weer. En vrijwel altijd gaat mijn goeie ouwe Canon PowerShot G10 mee. Een spiegelreflex meesjouwen op de fiets vind ik onhandig, maar die kleine ‘brick’ – zoals ze hem in de VS noemen – past precies in mijn zadeltasje. Als ik onderweg iets leuks zie, stap ik af en maak een foto. 
Het komt regelmatig voor dat ik leuke foto’s heb, maar geen tijd om een blog te schrijven. En de volgende dag plaats ik de foto niet meer vanwege de hiervoor uitgelegde spelregel dat het een verse foto moet zijn. Gisteren heb ik nog wel snel een foto op Facebook gepost die ik maakte op een fietstocht door natuurgebied De Maashorst. Met mijn G10 legde ik een waterdruppel vast die fonkelde in de zon. 
Vandaag zat ik alweer vroeg op de fiets en ter hoogte van Stad van Gerwen langs het Wilhelminakanaal tussen Lieshout en Gerwen zag ik de zon opkomen. Op het weiland lag dankzij de vorst-aan-de-grond bevroren ochtenddauw. Dat kleine ouwetje – Canon is al toe aan de G16 – in mijn zadeltasje wist wel raad met dit tafereeltje. Het was mijn eerste een enige fotostop op de 105 kilometer die ik vandaag fietste. Ik ben alleen nog gestopt voor een warme kop koffie.

... en toen was er koffie.

dinsdag 27 oktober 2015

Brandenburger Tor

De Brandenburger Tor is één van de toeristische highlights van Berlijn. Het bouwwerk staat op een van de eerste pagina’s in onze reisgids en niet alleen omdat Brandenburg met een B begint en daardoor tamelijk vooraan in het alfabet staat. Ik citeer uit onze gids: ‘Als er in Berlijn überhaupt een plaats bestaat waar de geschiedenis van Pruisen en Duitsland wordt gebundeld, dat is dit hier, rond de Brandenburger Tor’. 
Gisteren heb ik het bouwwerk van voor en van achter en van onder naar boven gefotografeerd. Maar echt tevreden ben ik niet over deze foto’s. De omgeving was druk en rommelig vanwege wegwerkzaamheden en vanwege de vele toeristen die nu eens niet een boeiende hoofdrol speelden tegen een prachtig decor. Ik heb er wat plichtmatige vakantiekiekjes gemaakt, maar geen creatieve hoogstandjes. Dat de zon harde schaduwen in mijn foto’s tekende maakte het resultaat er niet beter op. 
Dat ik toch foto’s heb van de Brandenburger Tor waarover ik wel tevreden ben, is niet te danken aan Berlijn, maar aan Potsdam. Deze ruim 165.000 inwoners tellende ‘voorstad’ van Berlijn heeft ook een Brandenburger Tor. Niet zo imposant, van minder historische betekenis, maar zeker zo fotogeniek. Ik maakte er vanavond enkele foto’s. Hier had ik geen last van toeristen die overal in de weg liepen. 
Deze foto verdringt in dit blog dan ook de foto’s die ik vandaag maakte op historische plekken als Cecilienhof (waar de geallieerden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog besloten de atoombom in de strijd te werpen) en de paleizen Sanssouci en Neues Palais. Van mijn lessen Duits - meer dan veertig jaar geleden - heb ik onthouden dat das Tor 'de poort' betekent en der Tor 'de gek'. Nu snap ik waarom. In vind deze Tor zo gek nog niet.

Het is das Tor en niet der Tor.

zondag 11 oktober 2015

Op jacht

Wie in het najaar door de bossen in de Ardennen wandelt, moet zich er van vergewissen dat er in dat bosgebied op dat moment niet gejaagd wordt. Bij de toegang tot de boscomplexen hangen bordjes of zijn a-4-tjes aan bomen bevestigd. Daarop kun je lezen wanneer er gejaagd wordt en wanneer je dan vanwege het gevaar het bos niet in mag. Meestal is de spertijd laat in de middag en aan het begin van de avond, zo rond zonsondergang. Dan komen de herten en zwijnen uit hun beschutting. 
We wandelden gistermiddag door een groot boscomplex bij Mochamps ten noorden van Saint Hubert in de Waalse provincie Luxemburg. Daar zit veel groot wild. Ik fotografeerde er al eens grote edelherten en langs paden zie je op veel plaatsen woelsporen van wilde zwijnen. Ook vossen kunnen er je pad kruisen. In dat boscomplex bij Mochamps staat een uitkijktoren met uitzicht op een open terrein met vennetjes waar veel wild foerageert. Ook is er verderop een schuilhut van waaruit je wild kunt bespieden. 
We wandelen meestal ’s middags in dit gebied, met weinig kans om dieren te zien. Toch neem ik op die wandelingen altijd een camera met een telezoomobjectief 100-400 mm en een statief mee. Zo ook gistermiddag. Onderweg namen we een kijkje in de schuilhut. Er zat één man met verrekijker en camera met telelens. Ik stelde geruisloos mijn statief op en monteerde er mijn camera met telezoom op. En nu maar hopen dat er iets te zien zou zijn. Tegen beter weten in eigenlijk, want tussen drie en vier uur ’s middags hadden we hier nog nooit wild gezien.
Na een kwartiertje kwam er een groep luidruchtige Vlamingen met kinderen binnen. Ondanks een voortdurend ge-ssst werd het niet rustig. De man naast me schudde geïrriteerd zijn hoofd en beet op zijn onderlip. Ik troostte me met de gedachte dat ik op dit uur toch al weinig kans zou maken op wildwaarnemingen. 
Na een poosje vertrok het luidruchtige gezelschap en bleef alleen een groepje echte wildspotters achter. En opeens hadden we beet: in de verte rende een rotte wilde zwijnen over open terrein naar de bosrand. Mijn apparatuur stond schietklaar dus ik maakte mijn foto’s. 
Bijzonder móóie foto’s vind ik het niet, bijzondere foto’s wel. Want een wildwaarneming op dit tijdstip in vol daglicht is meer geluk dan wijsheid. Ik denk dan ook dat ik hier meer mijn jachtinstinct bevredigd heb dan mijn drang om creatieve foto’s te maken. Gelukkig voor die zwijnen schiet ik met een camera en niet met een jachtgeweer.


En ik schoot raak.

maandag 21 september 2015

Muziek

Als ik op straat foto’s maak hoor ik vaak de vraag: is dat voor de krant? Dat zou zo maar kunnen, maar meestal is dat toch niet het geval. Vandaag liep ik in mijn dorp over straat met mijn Canon EOS 6D. Ik maakte foto’s van cultureel erfgoed in ons dorp voor een boek dat volgend jaar verschijnt. 
“Kun je van ons ook een foto maken?” vragen twee mannen die gezellig staan te kletsen; de ene leunend op een bezem, de ander ontspannen de handen in de zakken. “Dat weet ik alleen maar zeker als ik het ook werkelijk doe”, antwoord ik en richt mijn camera. Klik. Ja dus, ik kan het. Ik toon ze de foto op de display van mijn camera. Ze vinden hem mooi. 
Of ik voor de krant foto’s aan het maken ben, vragen ze. Nee dus. Ik ben op pad voor een boek. Hier om de hoek ga ik een stukje erfgoed op de foto zetten. En twee deuren verder in een café ga ik meteen een afspraak maken voor een andere fotoshoot. 
Ik wil de heren de foto best opsturen, als ze dat op prijs stellen. En ze willen hem wel. 
Nou ken ik deze mannen allebei van gezicht en ik weet er zelfs een etiketje op te plakken: die ene heeft iets met fluiten en de andere met allerlei andere muziekinstrumenten. Maar ik ben niet zo goed in het onthouden van namen. Gelukkig krijg ik hun e-mailadressen om de foto naartoe te sturen en dan weet ik ook meteen hoe ze heten. De meeste e-mailnamen bevatten immers de naam van de eigenaar. 
O ja, nou weet ik het weer. De ene heeft iets met scheidsrechteren bij het zaalvoetbal en die andere heeft al een eeuwigheid een reputatie als muzikant. En nu betrap ik ze hier zomaar in een ontspannen onderonsje. Ik beloof dat ik de foto zal toezenden. Een foto waar muziek in zit. Fluitend loop ik verder.

V.l.n.r. fluiten en andere muziekinstrumenten.

dinsdag 8 september 2015

Parkeerverbod

Het is hoog tijd dat ik weer eens een foto plaats op mijn weblog. Vorige maand publiceerde ik hier maar één foto en ik moest terugzoeken tot mei 2009 om nog eens een maand te vinden waarin ik niet meer dan een enkele foto plaatste onder scherpstellen.blogspot.com. Ik ben bezig met enkele tijdrovende fotoprojecten en dat is leuk, maar daardoor blijft er weinig inspiratie voor mijn weblog. 
Vorige week bezocht ik de tweejaarlijkse fototentoonstelling Noorderlicht die weer gehouden wordt in de voormalige suikerfabriek in Groningen. Nog altijd een prachtig decor. Dit jaar vormde de virtuele wereld van het internet een belangrijk onderwerp voor de foto-expositie. Zo zag ik een foto van een gezin aan de ontbijttafel dat volledig langs elkaar heen leefde via de display van de mobiele telefoon. Moeder stak een lepel uit naar haar peuter (vroeger was dat ‘hapje van mama’) maar zij was ondertussen met haar volle aandacht bij haar mobieltje. 
Een andere fotograaf bracht de computers en kabels van de hardware achter het internet in beeld en weer een andere fotograaf toonde een reeks portretten van invloedrijke Londenaren op de manier waarop de politie foto’s van verdachten op internet en tv toont. Zelf had ik ook weer eens tijd om vrijetijdsfoto’s te maken. Ik was gespitst op vreemde waarnemingen. 
Hans Aarsman fotografeerde in 1989 in Kinderdijk molens en tekstborden waarmee hij in één beeld ordening en regulering van de Nederlandse cultuur blootlegde. Hij noemde de foto Hollandse Taferelen. 
Ik moest aan die foto denken, toen ik aan het Lauwersmeer een foto maakte van slechts één verkeersbord. Ik heb zelf wat gespeeld met de 'ordening' door dat bord een beetje raar in beeld te zetten. Daarvoor koos ik een zodanig standpunt dat het lijkt alsof je op het water je auto niet mag parkeren. 
Mijn auto stond op een plek waar ik wel mocht parkeren. Dat hij toch kletsnat werd kwam omdat de regen die dag bij vlagen met bakken uit de hemel kwam. 

Parkeren mag niet, maar kàn het wel?

zondag 16 augustus 2015

Veelzijdig kunstenaar

Op de kunstmarkt in Gemert wilde ik vanmiddag eigenlijk een mevrouw fotograferen die met een paraplu het doek van haar marktkraam omhoog duwde. Daarmee probeerde ze het regenwater van het tentdoek te schudden. De foto had een icoon moeten worden van een verregende kunstmarkt na weken van warme tot hete zomerdagen. 
Een meneer die tussen mij en de dame met paraplu in stond zou eigenlijk als figurant in beeld komen, maar hij nodigde me gebarend uit dat ik een foto van hem moest maken. Hij trok een man die naast hem stond tegen zich aan en samen namen ze een poseerhouding aan. Ik hou niet van geposeerde foto’s, maar ik drukte toch af. Weggooien kan altijd nog en stiekem hoopte ik dat de mevrouw met paraplu nog klaterend water in beeld zou brengen. Maar dat gebeurde niet. 
Toen ik de foto op de display van mijn camera bekeek, viel die me niet tegen. Ondanks de geforceerde pose had de foto elementen die het de moeite waard maken om ernaar te kijken. Hij oversteeg naar mijn gevoel het gemiddelde social-media-snapshot. Dat komt denk ik door het excentrieke uiterlijk van de man met hoed en door de entourage. Schuin achter de man is de vrouw met paraplu nog te zien, waar het me oorspronkelijk om begonnen was. 
Ik raakte in gesprek met de man met hoed. Hij vertelde dat hij ook fotograaf was en in heel Europa beroemde muzikanten had gefotografeerd. In zijn kunstmarktkraam had hij een aantal foto’s uitgestald, zwart-wit en nog uit het analoge tijdperk. Op zijn visitekaartje las ik dat ik hier te maken had met Hans Budding uit Vianen, beeldend kunstenaar, vormgever en dichter. Hij had zich bekwaamd in ruimtelijke/autonome vormgeving, grafisch vormgeving, fotografische vormgeving en poëzie podiumkunst. 
Een veelzijdig kunstenaar, stel ik vast. Niet zomaar een fotograaf, maar een fotografisch vormgever. Hij mag dan wel niet zo beroemd zijn als Anton Corbijn met zijn foto’s van wereldberoemde muzikanten, maar met zijn grafische vormgeving en gedichten had Hans het meer in de breedte van het kunstenaarspalet gezocht, constateer ik. 
Ik lift een beetje mee op de kwaliteiten van Hans Budding. Want links op mijn foto heb ik van Hans' negatief 9A naar ik heb begrepen een beroemde saxofonist meegefotografeerd. Ik vergat te vragen wie het was.

Rechts Hans Budding met uiterst links een foto van een beroemde muzikant.

maandag 20 juli 2015

Ceaușescu was here

Heel even dacht ik: Ceaușescu was here. Maar toen besefte ik dat Ceaușescu zijn plan nooit heeft uitgevoerd.
De Roemeense dictator Nicolae Ceaușescu lanceerde dertig jaar geleden het idee om de oude plattelandsdorpen te vernietigen. Hij wilde een nieuw soort agrarische centra. Boeren zouden daar agrarische arbeiders worden. Nicolae Ceaușescu werd in 1989 na de revolutie in zijn land geëxecuteerd en zijn plan is nooit uitgevoerd. 
Het was dan ook niet in Roemenië waar ik deze foto maakte. Dit fotografeerde ik vanmorgen tijdens een fietstocht op amper twaalf kilometer rijden van mijn woning. Waar ooit gewassen groeiden woekert onkruid. Waar ooit het vee op stal stond, hebben regen en wind nu vrij spel. Waar ooit een boerengezin woonde, is nu een zwijnenstal. Zonder varkens wel te verstaan. Gewoon in Nederland. 
Het landbouwweggetje waar ik dit aantrof voert van niks naar nergens. Het doorgaand verkeer raast enkele honderden meters verderop over een brede baan. Zelfs op de fiets kwam ik hier nooit, want parallel kun je hier vlakbij langs een mooie bosrand rijden. Vanmorgen zocht ik echter voor mij onbekende paden. En toen ontdekte ik deze verlaten boerderij en honderd meter verderop nog eentje. 
De plattelandseconomie verandert en hier werd ik nog indringender met mijn neus op de feiten gedrukt dan een poosje geleden toen ik voor Hein en Dorine hun nieuwe Bed & Breakfast fotografeerde. Ze wilden de foto’s gebruiken op een website om gasten te werven. 
Nu hoop ik maar dat ik hun foto’s niet verwar met de vervallen opstallen die ik vanmorgen fotografeerde. Al heeft ook dit wel iets sprookjesachtig. Ik dacht aan Doornroosje.

Sprookjesachtig, ik dacht aan Doornroosje.

maandag 6 juli 2015

Blondines

Naar een grote wielerkoers moet je niet gaan om een wedstrijd te zien. Je gaat voor de ambiance, want als het om de koers te doen is kun je beter voor de tv gaan zitten. Dat heb ik in het verleden al ervaren met klassiekers als Luik-Bastenaken-Luik en de Waalse Pijl en met etappes in de Giro d’Italia of de Tour de France. 
Maar ik heb toen ook ervaren dat je er mooie foto’s kunt maken en dus stonden we vandaag niet ver van ons vakantiehuis in de Ardennen langs het parcours van de derde etappe van de Tour de France. Voor ons geen Muur van Hoei of een van de vierde categorie colletjes, want daar staan veel te veel toeschouwers. We kozen een lichtjes klimmend, lang stuk weg met een mooi uitzicht. Ideaal om foto’s te maken. Bovendien was er schaduw tussen de bossen en dat was wel lekker tijdens het urenlang wachten onder die hete zon. 
We konden de karavaan al van ver zien komen en als je niet komt voor wedstrijdfoto’s dan is er in de uren voor de renners komen ook al veel te zien. Ik had mijn Canon EOS 6D met 24-105 mm objectief en mijn Canon EOS 7D met 100-400 mm vooraf al globaal ingesteld. Het scherpstelsysteem stond op Al Focus, zodat de lenzen actie en beweging scherp blijven volgen. De ISO-waarde stond ondanks de felle zon op 400, zodat ik zowel een korte sluitertijd als een klein diafragma kon kiezen. 
Laat ze maar komen! En daar kwamen ze. Ik maakte een mooie serie foto’s van de reclamekaravaan, waarvan de hier getoonde mij nog het beste bevalt. Alles zit er in. Een mooie dame; naar het publiek geworpen reclamespul, graaiende handen van toeschouwers; publiek, wagens van de karavaan. 
Daarna duurde het langer dan bedoeld voor de renners kwamen. Een Waal naast me meldde een ‘chute’ en dat de wedstrijd was ‘neutraliser’. Op zijn schermpje mocht ik de televisiebeelden van de valpartij zien en wat me direct opviel was dat er geen graaiende armen van toeschouwers waren om al die renners op te vangen. 
Drie kwartier later fotografeerde ik alsnog de kleerscheuren en bebloede lijven van de renners. Dan fotografeer ik toch liever die mooie blondines van McCain.

Liever een blondine dan bebloede lijven.

donderdag 11 juni 2015

Maas I

In mijn bloggeschiedenis verwees ik al eerder naar de Duitse fotograaf Andreas Gursky. Dat was in augustus 2011, toen ik een foto maakte van een flatgebouw dat boven het Groot Begijnhof in Leuven uittorende. En in januari 2014 nog eens, toen ik een door de avondzon goudgekleurde Ameideflat in Helmond had gefotografeerd. Ik vergeleek mijn flatgebouwen met Gursky’s Paris Montparnasse, omdat zijn foto op een veiling ooit werd verkocht voor 2.383.000 dollar. 
Gursky grossiert in het grote geld. Zijn foto 99 cents kan beter 3,3 miljoen dollar heten. Een maal, ander maal, voor dat geld verkocht op een veiling. En dan hebben we nog zijn foto Rhein II die voor 4.338.500 dollar onder de hamer ging. Wie voor dat bedrag de 360 bij 190 centimeter grote afdruk kocht is nooit bekend gemaakt, anders zou ik hem bellen. 
Vandaag maakte ik op een fietstochtje langs de Maas deze foto. Natuurlijk moest ik meteen aan Gursky denken. Want mijn foto vind ik veel mooier. Er is meer op te zien. Gursky’s foto van de Rijn die meer dan vier miljoen dollar opbracht toont alleen stroken land, rivier en lucht en een smal baantje asfalt. Verder niks. Die sukkel van een Gursky verwijderde digitaal wandelende mensen met honden en een fabriek die hij ook had gefotografeerd. Nou is het een saaie foto geworden en als die al zoveel geld opbrengt, wat is mijn foto Maas I dan wel niet waard. 
Gursky noemt zijn foto Rhein II omdat hij zes foto’s maakte van de Rijn voor er een beetje een fatsoenlijke bij zat. Van de Maas maakte ik er maar eentje: Maas I. Ik kan mijn foto op maximaal A2 formaat printen, maar ik ben dan ook met de helft van de opbrengst van Rhein II tevreden. Wie biedt?

Met de helft ben ik tevreden.

zondag 7 juni 2015

Zwart-wit

Sinds ik op 25 februari 2007 met Scherpstellen.blogspot begon, is dit de 347ste foto die ik hier plaats. Het is pas de zevende foto die niet in kleur is. Vier eerdere waren in zwart-wit, twee andere in sepia. 
De digitalisering bracht een rare omwenteling in de fotografie. Als je vroeger thuis je foto’s wilde afwerken, deed je dat in zwart-wit. In kleur ontwikkelen en afdrukken was dusdanig ingewikkeld, dat weinigen er aan begonnen. Tegenwoordig is het eerder omgekeerd. De foto’s in kleur op je computer zetten is veel eenvoudiger dan er een goede zwart-witprent van maken. 
Aan zwart-witfoto’s wordt over het algemeen nog altijd een hogere artistieke waarde toegekend dan aan kleurenfoto’s. Ze lijken authentieker, omdat de fotografie van oorsprong nou eenmaal zwart-wit is. Ze lijken ook indringender, want de boodschap is letterlijk zwart-wit. Geen nuances van kleuren die het beeld ingewikkelder maken of afleiden, bijvoorbeeld omdat onze herinnering aan de echte kleur net iets anders kan zijn dan de getoonde kleuren op de foto. 
Deze foto leende zich naar mijn smaak heel goed voor zwart-wit. Vier strakke vlakken van deuren en poster bepalen de compositie. Twee voorbijgangers staan precies op de goede plek in twee van die vlakken en de dame op het affiche doet in zwart-wit goed mee als derde persoon, ook in een vlak. Het open kader brengt spanning in het beeld. Aan alle randen is het tafereeltje aangesneden waardoor de beschouwer moet raden wat er buiten beeld plaatsvindt. 
Daar zag ik – hier in Maastricht – veel mensen op bankjes aan de Maas en op terrasjes, zonnen met een inmiddels roodverbrande huid. En daarvoor is dan weer de kleurfotografie uitgevonden.

Geen roodverbrande huid te zien.

dinsdag 2 juni 2015

Geen gezicht

Als straatfotograaf vraag ik nooit of mensen het goed vinden dat ik ze fotografeer. Dat doe ik hooguit als de foto al gemaakt is. Ik heb hier al eerder uitgelegd dat het leuke moment weg is, als je eerst toestemming vraagt. En als mensen echt niet op de foto willen, dan delete ik de foto waar ze bij staan. 
Vandaag bezocht ik het Fotofestival Naarden. Het was een welbestede dag met prachtige foto’s in een even zo prachtig decor van de vestingwallen van het stadje. Ik maakte er ook zelf foto’s, waarvan ik er inmiddels eentje heb gepubliceerd in een besloten Facebook groep voor fotografen die elke week een foto aanleveren die gemaakt is met dezelfde camera en het zelfde objectief. 
Met mijn Canon EOS 6D en 50mm-objectief met lichtsterkte f/1.4 maakte ik een foto van het VVV-kantoor dat is ondergebracht in de vestingwallen. Voor dat kantoor wapperden de vlaggen van het fotofestival. En ik fotografeerde het geheel door een spetterende fontein, want het thema van het fotofestival is ‘Water, water’. Ik plaatste ook een foto op mijn openbare Facebookpagina. (Klik hier)
Verder fotografeerde ik bezoekers die naar foto’s keken. Op de openbare weg, maar ook in de gangen van de vestingwallen. Daar richtte ik mijn camera op deze dame, die schielijk uit beeld probeerde te vluchten. Maar ja, waar blijf je in die smalle gangen? Ik vertelde haar dat ik mensen nooit om toestemming vraag als ik ze op straat fotografeer. Hier, in de beslotenheid van de schaars verlichte gangen, wilde ik haar goedkeuring toch expliciet hebben. 
Ze vertelde dat ze zelf ook fotografeert en altijd terughoudend is met het fotograferen van mensen. Ik dacht: als elke fotograaf er zo over denkt, zouden die mooie festivalfoto’s hier niet hangen. Ze keek op de display van mijn camera en vond de foto oké. “Als mijn gezicht er maar niet goed op te zien is.” En ik dacht: een foto zonder gezicht is geen gezicht.
Vluchten kan niet meer.

maandag 25 mei 2015

Cruydenryck

Cruydenryck Pruujverééj. In Algemeen Beschaafd Nederlands: Kruidenrijk Proeverij. Op het terrein van het Boerenbondsmuseum in Gemert werd vandaag een markt gehouden waarop kruiden centraal stonden. Ik fotografeerde er proevende en kijkende mensen en tussen de bedrijven door ook andere leuke fotomomenten. 
Zo fotografeerde ik een vlechtende mandenmaker die werd beschenen door het schaarse licht dat via een openstaande staldeur binnenviel. Ik vind het een sfeervol plaatje dat ik inmiddels plaatste in een besloten facebookgroep voor fotografen die elke week een foto maken met hetzelfde objectief en dezelfde camera. Ik gebruik daarvoor mijn 50 mm f/1.4 objectief. Dat is een prachtig lensje maar ik gebruik het weinig omdat het bij reportagewerk te veel beperkingen geeft. Maar voor portretten en als uitdaging in deze besloten groep is het een mooi dingetje. 
Op de kruidenmarkt konden ze je uitleggen welke kruiden goed bij welke maaltijd pasten en welke kruiden geneeskrachtige werking hadden. Want niet alle geneeskracht moet van chemisch vervaardigde tabletten uit het medicijnkastje komen. En er viel veel meer te leren.
Zo zag ik een klein manneke met een verwonderde blik kijken naar de druppels water die uit een oude dorpspomp spetterden, terwijl hij de zwengel van de pomp heen en weer trok. Thuis stelt hij waarschijnlijk zonder nadenken de gewenste temperatuur in van de bad- of douchekraan, maar hier ontdekt hij iets nieuws. 
Kun je ook water uit een kraan zwengelen? Dat hadden ze honderd jaar geleden moeten weten! 
Ik sluit niet uit dat dit manneke nog gaat uitvinden dat je foto’s ook met chemicaliën kunt ontwikkelen.

...en foto's kon je met chemicaliën ontwikkelen.

vrijdag 15 mei 2015

Zonder statief

Tien jaar geleden maakte ik met toen nog de Canon EOS 10D een serie foto’s van de opgegraven Romeinse nederzetting bij Xanten in Duitsland. Xanten met zijn ruim 21.000 inwoners wordt beschouwd als opvolger van de Romeinse stad Colonia Ulpia Traiana die van de aardbodem – of beter in de aardbodem – is verdwenen. 
Deze stad telde mee in de Romeinse tijd. Het was na Keulen en Trier de derde Romeinse stad ten noorden van de Alpen en was één van de 150 Romeinse steden met stadsrechten. De stad was gevestigd op de plek waar de Lippe in de Rijn uitmondde en was een belangrijke havenstad voor de Romeinen. Maar toen de Rijn ter plaatse dichtslibde en zijn stroom kilometers verderop voortzette, was het gedaan met Colonia Ulpia Traiana. In de afgelopen decennia zijn de fundamenten van de stad opgegraven. De Romeinse arena is zelfs grotendeels gerestaureerd en nu in gebruik voor onder meer operavoorstellingen. 
De serie foto’s die ik tien jaar geleden maakte siert nu de wanden van ons tweede huis in de Ardennen. Vandaag waren we weer in Xanten en ik had me voorgenomen om er een sterke serie te maken die die van tien jaar geleden moest doen vergeten. Maar aan de kassa kreeg ik te verstaan dat ik geen statief en flitsers mee naar binnen mocht nemen. Ik vroeg om uitleg en de dame aan de kassa wist ook niet waarom dat niet mocht. Maar een toezichthouder die erbij stond vertelde dat ze geen concurrentie wilden van goede fotografen die hun commerciële belangen zouden schaden. 
Ha! Dan zou ik ze wel eens laten zien dat ik alleen met mijn Canon EOS 6D al heel ver kom. Want niet de apparatuur maar de fotograaf is van doorslaggevend belang bij de kwaliteit van de foto’s. De harde contrasten van het felle zonlicht beperkten me in mijn mogelijkheden, maar ik heb er hier en daar ook mooi gebruik van gemaakt door de schaduwen in de compositie in te passen. 
Uiteindelijk hield ik best veel mooi materiaal over van die Romeinse bebouwing. Maar ik keek vandaag ook weer rond als straatfotograaf en liet me de verrassende tafereeltjes niet ontgaan. Zo kwam deze foto tot stand. De gehurkte vrouw links fotografeerde haar kinderen in Romeinse uitdossing. 
Ik ben er alleen nog niet uit of ik onder haar rug nou een centraal sluiter of een spleetsluiter zie.

Is dat links onder een centraal sluiter of een spleetsluiter?

zondag 10 mei 2015

Het recept

Een paar dagen geleden plaatste ik op Facebook een foto van een meesje (klik hier) dat in de opening van een nestkastje verscheen, klaar om weg te vliegen. Het is de tweede keer dat er koolmeesjes nestelen in het vogelhuisje in onze tuin. Vader en moeder mees vliegen af en aan om de jongen te voeren en het nestvuil weg te brengen. In het houten kastje piepen de jongen alsof hun leven er vanaf hangt. En misschien is dat ook wel zo.
Bezoekers van mijn Facebookaccount die reageerden op de foto, vroegen zich af of het wel een echt meesje was. Ik had er immers een namaakmeesje of een opgezet ding in kunnen zetten. En met Photoshop weet je ook nooit zeker wat er nog authentiek is aan een foto. Maar in dit geval was het dus een echt vogeltje. 
Vandaag was het lekker weer om in de tuin te zitten en dus herhaalde ik de fotoshoot met onze meesjes, maar nu met beter licht dan vrijdagavond. Ik wilde ze dit keer ‘vangen’ in volle vlucht en bovendien wilde ik bewegend beeld middels een video-opname. Dat is niet direct mijn ding, maar de camera’s van tegenwoordig maken het je wel erg gemakkelijk. Mijn documentaire van een wegvliegend meesje op Facebook (klik hier) duurt 2,5 seconden. Ik maakte al eens foto’s met een langere sluitertijd. 
Het filmen valt nog niet mee, als je daar geen ervaring mee hebt. Fotograferen gaat me beter af. Het recept van mijn meesjesfoto is als volgt: men neme een Canon EOS 7D en plaatse daarvoor een 100/400 mm zoomobjectief. Zet de boel op een stevig statief. Men neme plaats in een tuinhuisje op hemelsbreed vijf meter van het vogelkastje. Vervolgens is het een kwestie van inkaderen met een brandpuntafstand van 220 mm, zodat er royaal voldoende ruimte is rond het gat in het vogelkastje. Als het meesje wegvliegt heb je immers wat ruimte nodig, want het vogeltje is in een fractie van een seconde uit beeld. 
Op manueel kies ik een sluitertijd van 1/2000 seconde om de beweging te bevriezen. Sneller was wenselijk, maar daarvoor zou ik de ISO-waarde te hoog moeten zetten wat door toenemende ruis ten koste gaat van de scherpte. De ISO-waarde staat op 2000 en het diafragma op f/ 5.0. Groter kan deze lens niet aan. 
Zo en nu maar wachten. De meesjes vliegen af en aan. Gelukkig zitten ze even op een tak in de buurt op de uitkijk voor ze naar binnen gaan en wachten ze een tel in het gat van het vogelkastje voor ze wegvliegen. Er is dus even tijd om te reageren. 
En de moraal van dit verhaal: ik ben een slecht vogelverschikker.

Ik ben een slecht vogelverschrikker.

zondag 26 april 2015

Voigtländer

Vraag me niet hoe die luxe paarden heten die de koetsen trokken, want ik weet het niet. Die zware paarden noem ik altijd Belze knollen, maar daarmee doe ik ze waarschijnlijk tekort. Die ganzen die ik voorbij zag marcheren zullen ook wel een soortnaam hebben, maar ik heb geen idee welke. Ha, die hond die daaromheen cirkelde is een border collie. Dat weet ik dan weer wel, omdat mijn zwager er eentje had. 
Als je naar de historische optocht in Gemert kijkt, zie je veel boerderijdieren voorbij komen. Hoewel ik temidden van de boerderijen ben opgegroeid, kan ik de beestjes geen naam geven. Desondanks is wat hier in optocht voorbij trekt voor mij pure nostalgie. Hoewel de optocht vooral het landleven van een eeuw geleden wil uitbeelden, herken ik veel nog uit mijn jeugd van nog maar een halve eeuw geleden. 
Als er dan opeens een dame voor me opduikt die een fotolens op me richt, kijk ik met extra aandacht. Luxe paarden, knollen, ganzen, dan ben ik tevreden met de verzamelnaam van die diersoorten. Maar fotocamera’s, daar wil ik het fijne van weten. Ik kan de merknaam niet lezen, maar ik meen er een Voigtländer in te herkennen. 
Johann Christoph Voigtländer stichtte in 1756 een fabriek voor optische instrumenten. Voigtländer wordt beschouwd als oudste naam van de camerafabrikanten. Van 1938 tot 1941 en van 1945 tot 1950 bouwde Voigtländer de Bessa 66 voor 120 rolfilm. En dat is de camera die ik herken in de handen van de mevrouw die mij fotografeerde terwijl ik haar fotografeerde. 
Als ik geen gelijk heb dan heeft zij een rund gefotografeerd met een Canon EOS 6D.

Haar camera is een Bessa 66 of ik ben een rund.

zondag 12 april 2015

Rennen

Waarom rent die vrouw? Ik hou van foto’s die wat te raden over laten. Als straatfotograaf maak ik vooral foto’s waarop iets gebeurt. De ene keer zie je direct waar het om draait. Naar een andere foto moet je langer kijken en soms slaat je fantasie op hol. Dat vind ik persoonlijk de meest interessante. 
Neem nou deze foto. De weg is afgesloten met hekken. Dat verkeersbord geeft de afzetting een officieel tintje. Maar waarom die hekken daar staan zien we niet. Er rent een vrouw door de afzetting, kennelijk de vrije ruimte in. Maar waarom? 
Het is tijd om onze fantasie de vrije loop te laten. Was hier een gijzeling? Heeft de politie het terrein afgesloten en een pand omsingeld. Is die vrouw zojuist aan de gijzelnemers ontsnapt en rent ze nu de vrijheid tegemoet? 
Of nee. Zij was de bankovervaller. En terwijl de politie het terrein heeft afgesloten en de bank belegert, weet zij door de omsingeling te breken en rent ze naar de vluchtauto die aan de overkant klaar staat. 
Nee, nog leuker. Deze vrouw heeft zojuist de zelfontsnapper van haar fotocamera ingesteld en rent nu naar de overkant om daar tussen de vriendengroep mee op de foto te gaan. Ja, ja, dat zal wel. Maar waar is dan die camera? Dat zal ik u zeggen. De camera is met een gorillastatief aan het hek bevestigd. Op de foto is dat nauwelijks te zien, maar de camera zit boven de linker oranje waarschuwingslamp. 
We waren dit weekend met de vriendengroep in Herentals, waar we voor we naar huis terugkeerden nog wat toeristisch rondgezworven hebben. De rennende vrouw is Yvonne die een paar keer opnieuw moest aanzetten, omdat ze niet op tijd in onze vriendengroep stond om mee op de foto te gaan. 
Als ik Japanners ontmoet die een rondreis over de wereld maken, dan zie ik ze overal met hun gezelschap op de foto gaan. Die zullen toch wel een uitstekende conditie hebben als ze naar huis terugkeren…

Einde gijzeling? Vluchtende overvaller? Fotograaf...

maandag 6 april 2015

Mislukt

Mijn carnavalsplunje ligt al weer weken gewassen en gestreken op zolder te wachten op het volgende carnaval. Ik was alweer bijna vergeten dat de carnavalsoptocht door ‘ons dorp’ in de Belgische Ardennen altijd veel later in het voorjaar trok. Vorig jaar heb ik er niks van gehoord en gezien en ook dit jaar had ik geen aankondigingen gezien. Een stille dood gestorven misschien? 
Rond drie uur keerden we terug in ons dorp van een uitstapje, want ik wilde in ons weekendhuisje de Ronde van Vlaanderen op tv zien. Voor we onze straat in draaiden zag ik in de verte zwaailichten en een oploopje. Ongeval of zo? In onze straat had ik eerst de oranje omleidingsborden nog niet in de gaten, maar toen ik op de hoek allerlei geschminkte en raar geklede mensen rond een vrolijk opgeschilderde kar zag lopen wist ik: carnavalsoptocht! 
We hadden nog even tijd, dus ik keek eerst naar de Ronde van Vlaanderen. Mijn vrouw liep al vast het dorp in om de optocht te gaan bekijken. Hoewel ik tien kilometer voor de aankomst de uitslag al goed voorspelde, wilde ik toch de eindsprint zien. Zodoende viel ik pas ergens midden in de optocht. 
Desondanks maakte ik nog een mooie reportage. Een foto heb ik op mijn Facebook geplaatst. Om die te zien klik hier. Een andere toon ik hier. Deze foto is eigenlijk mislukt. Op de diafragmavoorkeuze hapert mijn camera vaker en ook nu weer. De sluitertijd was veel te lang, terwijl die met zoveel tegenlicht eerder te kort zou moeten zijn. Zelfs de donkerste partij in beeld was overbelicht. Het gevolg van de lange sluitertijd was bovendien dat er bewegingsscherpte in het beeld zat. Ik maakte de foto opnieuw en nu was ie wel scherp en goed belicht. 
Maar toen ik de foto’s in Lightroom bekeek vond ik in die eerste onscherpe overbelichte foto die trompettiste op de achtergrond zo leuk. Die stond op de andere foto’s niet zo grappig te klungelen. En dat overbelichte onscherpe beeld gaf me een licht gevoel in mijn hoofd, alsof ik dronken was. Ik heb de foto een beetje extra in de benevelde sfeer getrokken, waardoor ik hem hier toch durf te tonen. 
Is dit nou de toverkracht van een zatte heks?

Een zatte heks met toverkracht.

zondag 22 maart 2015

Piraat

Er klonk geen 'ahoy' of 'jo ho' door de straatjes van Durbuy. Ik liep met mijn vrouw en mijn nog onafscheidelijkere Canon EOS 6D door het kleinste stadje ter wereld in de Belgische Ardennen. Daar komen we vaak. Je kunt er goed lunchen en leuk wandelen en er wordt op zondagen vaak iets georganiseerd.
Deze zondag was het naar de maatstaven van dit stadje rustig. De parkeerplaatsen waren nog lang niet vol en de restaurantjes waren binnen alleen maar druk omdat het buiten op de terrasjes nog te fris was. Zodra het mooi weer is, is de grootste publiekstrekker de kanoafvaart op de Ourthe, maar die was ook nog niet open. Dat scheelt veel toeristen. 
Toen we gegeten hadden wandelden we zoals zo vaak door de smalle straatjes. Ik lette weer op leuke, spontane momenten, die ik als straatfotograaf probeer vast te leggen. Dat heeft me al heel veel mooie foto’s opgeleverd. 
Bij de plaatselijke slager staat een nepvarken op ware grootte op zijn achterpoten naar binnen te gluren. Ik heb er al diverse foto’s van, vooral omdat mensen er gekke fratsen bij uithalen. Vandaag stopte een jongetje zijn vinger in de kont van het beest. Knip, ik heb je. Alweer een foto voor mijn archief. 
Ik bleef gluren naar leuke momenten en zag in het voorbijgaan een pijprokende piraat aan een hangtafel op het terras voor een barretje staan. Er was geen theater in de stad, geen concert van een hardrockband, niks bijzonders in de omgeving. Meestal maak ik snel een foto om het unieke moment niet voorbij te laten gaan. Maar in dit geval koos ik niet voor de stiekeme weg. Ik stapte naar de man toe en sprak hem aan in het Frans. Of ik een foto van hem mocht maken, vroeg ik. Het bleek een ongevaarlijk exemplaar. Bien sûr, lachte hij vriendelijk en poseerde gewillig. 
Voor mij is het een bijzondere foto. Niet omdat ik een piraat op tweehonderd meter boven de zeespiegel fotografeerde, maar wel omdat ik zelden vooraf toestemming vraag om een straatfoto te maken. Maar ik wilde niet riskeren dat ik na een stiekeme foto een zware pijp zou roken. Dat deed hij zelf al.

Ongevaarlijk exemplaar.

zondag 1 maart 2015

God zij dank

Als je het ene doet, hoef je het andere nog niet te laten. Dat dacht ik vanmorgen toen ik had deelgenomen aan een excursie van onze fotoclub en spontaan inhaakte op een ander onderwerp. In ons dorp werd vandaag een nieuwe pastoor geïnstalleerd en toen ik naar huis wandelde zag ik in de verte hoe de plaatselijke gilden hem een vendelgroet brachten. 
Bepakt met fotoapparatuur voor onze excursie sloeg ik niet rechtsaf naar huis, maar liep ik rechtdoor naar de kerk. Rugzak en statief waren nu ballast, maar ik maakte nog een serie fraaie foto’s van het welkom aan de pastoor. 
Die excursie vanmorgen stond in het teken van een jubileumproject van onze fotoclub. We maken al het hele seizoen foto’s van de voor ons dorp zo typische gangetjes en steegjes die al eeuwenlang ons buitengebied ontsluiten. Inmiddels worden ze overal doorsneden door woonstraten en bebouwing. Maar ze zijn nog steeds te herkennen. Onze club fotografeert de markante plekken van die gangetjes en dat moet uitmonden in een expositie in april ter gelegenheid van het vijfentwintig bestaan van onze club. 
Om te voorkomen dat we allemaal dezelfde foto’s maakten, zocht ik naar mogelijkheden om me van andere clubleden te onderscheiden. Ik koos voor een techniek waarmee je bijzonder licht in de foto’s kunt brengen. In mijn rugzak zaten een flitser met radiotriggers en flitslichtmeter. Aan de rugzak hing mijn statief en verder had ik een paar lenzen met verschillende brandpuntsafstanden ingepakt. Onderweg heb ik al dat materiaal gebruikt om mijn foto’s een aparte dimensie te geven. 
Na een kop koffie in een plaatselijk staminee met de andere clubleden wandelde ik naar huis. Ik was tevreden met de lichtaccenten die ik in mijn foto’s had aangebracht. Maar toen zag ik in de verte dat de gilden zich opmaakten voor hun vendelgroet. En hoewel ik het niet had gepland, besloot ik spontaan door te lopen en ook bij de kerk nog wat foto’s te maken.
De zon zorgde voor harde contrasten en dat is niet handig bij dit soort reportagewerk. Een collegafotograaf die er aan het werk was, beklaagde zich over het licht. Ik kon hem alleen maar gelijk geven. Toch maakte ik ook hier nog wat geslaagde foto’s. 
De foto die ik hier toon is van alles wat ik vandaag maakte misschien nog wel het minst spectaculair. Maar hier heeft het harde zonlicht me juist geholpen. Mijn flitser zat in mijn rugzak, maar de zon werkt hier als een schijnwerper waardoor de pastoor, die vrijwel helemaal schuil gaat achter de bisschop, toch de belangrijkste persoon op de foto wordt. God zij dank.

Pastoor in de schijnwerper.

zaterdag 21 februari 2015

Zonneschijn

We zaten in lunchroom Botterweck op de hoek van de Bogaardlaan en de Grotestraat in Valkenburg. De zon scheen, maar in de verte pakten zich donkere wolken samen. Toen het na onze lunch begon te regenen, bestelden we nog maar een kop koffie. Ik zag hoe de wolken een mooi reflectiescherm vormden dat het zonlicht weerkaatste tegen de mergelgele wanden van de gebouwen op de oevers van de Geul. We dronken snel onze koffie op en liepen de regen in. 
Ik vertrouw nooit zo erg op de fabrieksopgaves over de weerbestendigheid van camera’s. Mijn Canon EOS 6D is geseald, maar minder goed dan de 5D mark III die weer minder goed beschermd is dan de EOS 1. Mijn 6D zou tegen een stootje moeten kunnen, maar ik hield hem zoveel mogelijk droog onder mijn jas. Toch moest het apparaat echt wel aan het werk, toen ik het zonlicht mooi diffuus op de natte straat zag schijnen. Het licht bracht diepte in de straat, omdat gevels in de verte in het zonlicht lagen en gebouwen op de voorgrond in de donkere schaduw. 
Als straatfotograaf let ik op leuke, verrassende gebeurtenissen op straat. Maar nu lette ik vooral op het mooie licht. Ik fotografeerde deze straat eerst helemaal leeg. Maar toen zich twee dames door de regen waagden, had ik het plaatje waar ik naar zocht. De regen schijnt de ene vrouw niet te deren. De andere verschuilt haar hoofd in haar capuchon; tegen de regen en misschien ook wel tegen herkenning op de foto. In de schaduw worstelt op de achtergrond nog een vrouw met een paraplu. Ik had niks om te schuilen, maar mijn kletsnatte 6D werkte dapper door. 
Nu heb ik een bijzondere foto, want deze liggende foto wordt in twee aparte staande foto’s gespleten. Of schijnt dat maar, met die zonneschijn?

Twee staande foto's naast elkaar? Dat is zonne-schijn.

maandag 16 februari 2015

Achter de optocht

Het was een moeilijke keuze. Uit de 257 foto’s die ik maakte van de carnavalsoptocht in ons dorp, mag ik er hier volgens de door mij zelf opgestelde spelregels maar eentje tonen. Eén foto per gebeurtenis. Een andere spelregel is dat die foto actueel moet zijn. Liefst binnen een paar uur na de opname. Nou, die regel gaat bij deze foto overboord. De foto maakte ik meer dan een etmaal geleden, maar carnaval is zo’n leuk en spontaan feest, dat ik er nog niet eerder aan toe kwam om mijn optochtfoto’s te selecteren. 
Er zitten hele mooie, esthetische foto’s in de reeks. Een kind dat gehurkt snoepjes uit de confetti raapt. Of de pracht en praal van de kleding of van de grote wagens. Er zitten minder esthetische foto’s tussen, die toch sterk zijn door wat er getoond wordt. Zoals het kind dat in een slaapzak op trottoir ligt te wachten tot de optocht komt. 
Of deze foto waarop uiteindelijk mijn keuze viel. Ik liep langs het zorgcentrum en zag hoe de ouderen voor het raam naar de optocht zaten te kijken. Het was een foto waard, maar ik had af te rekenen met de reflectie in het glas, het lastige licht, de weerspiegeling van mezelf en de reacties van de mensen die zagen dat ik hen fotografeerde. Gelukkig zwaaiden ze lachend en dat was voor mij het signaal dat ik vrij was om ze te vereeuwigen. 
In deze foto zit veel informatie over het randgebeuren van de optocht. De mensen in het zorgcentrum die op de volgende wagen in de optocht wachten, de mensen op straat die kijken naar wat er aan komt, de geparkeerde auto’s. Van toeschouwers of van bezoekers van het zorgcentrum? 
Dit is een foto met een optochtverhaal, waarop de optocht niet te zien is. Maar er zullen links en rechts genoeg optochtfoto’s verschijnen waarop u kunt zien wat deze mensen zagen. Want ik zag veel mensen met camera’s. Dus ik voel me niet schuldig dat ik u hier iets anders voorschotel.

Veel te zien, maar geen optocht.

zondag 1 februari 2015

Prins

Over twee weken is het carnaval. In Maastricht dweilen zo kort voor carnaval vaak al orkestjes door de stad. Maar gisteren was de enige live-muziek die we er aantroffen een straatmuzikant met een viool die een mandje voor zich had staan om wat fooien op te strijken. Van carnaval was nergens iets te merken. Elders in de stad of later op de dag zullen er ongetwijfeld joekskapellen op de been zijn geweest, want Maastrichtenaren hebben aan vier dagen carnaval niet genoeg. 
Nou, dat er nergens iets van carnaval te bekennen was klopt niet helemaal. We gaan regelmatig bij brasserie Amadeus aan de Dominikanerkerkstraat lunchen en daarna lopen we dan nog vaak bij de naastgelegen Boekhandel Dominicanen binnen. Ik ben altijd benieuwd of er nog goede fotoboeken liggen en Martha snuffelt graag in de literaire werken. Ik bladerde in een boek van Martin Parr, maar het moest tachtig euro kosten. Over een paar jaar zijn de foto’s nog net zo goed en prijs een stuk lager. Er stonden interessante werken van Magnum, een fotoboek van Koos Breukel en nog wat kwaliteitswerken. Ik kon niet kiezen en heb ze uiteindelijk allemaal laten staan. 
In die fantastische kerk-boekwinkel kun je prachtige foto’s maken. Ik val er niet op met mijn Canon EOS 6D, want er lopen veel mensen met een fototoestel rond. En opeens stond ie voor me: prins carnaval in vol ornaat. Wat me direct opviel was hoe mooi de veer op zijn steek werd verlicht door een paar spotjes die schuin boven hem hingen. Ik heb net zo lang gemanoeuvreerd tot ik niet de spotjes maar wel de veer in het tegenlicht zag. Deze mooi opgetuigde pop verroerde geen vin en dat was wel handig voor een wat langere sluitertijd. Ik hoop voor carnavalvierend Maastricht wel dat er in hun stadsprins meer leven zit.

Hij verroerde geen vin, eh, veer.

zondag 18 januari 2015

Rare vogel

Jaren geleden al heb ik Photoshop verbannen van mijn computer. Ik geloof dat CS3 de laatste versie was waarin ik gewerkt heb. Het was niet omdat ik niet met Photoshop overweg kon. Ik bedacht in het begin van dit millenium al mogelijkheden om in Photoshop de uitersten van de high dynamic range in foto’s te overbruggen, nog voor er in de vakliteratuur over werd geschreven en nog voor overal de softwaretooltjes voor HDR opdoken. Het was een hels karwei, maar het eerste bevredigende resultaat van mijn huisvlijt werd al in een boek gepubliceerd toen niemand nog ooit van HDR-software had gehoord. 
Maar ik had het dure Photoshop niet nodig om te bereiken wat ik uit mijn foto’s wil halen. Eerst Aperture en nu Lightroom bieden me voldoende mogelijkheden om van mijn RAW-bestanden echte digitale foto’s te maken. En om ze op papier af te drukken. Ik kom nu ook niet in de verleiding om van mijn oorspronkelijke foto’s kunstmatig gecreëerde beelden te maken. Ruud van Empel is daar een meester in en ik gun hem zijn succes. Maar ik blijf zo dicht mogelijk bij het origineel. 
Dit gezegd hebbende kom ik op de uitzondering die de regel bevestigt. Gisteren maakte ik in het Waalse stadje Marche en Famenne een foto van iets kunstachtigs in de tuin van het plaatselijke museum. Het plaatje was niet erg bijzonder. Ik fotografeerde een soort vogel in het decor van bladloze struiken en planten tegen de achtergrond van een grauwe muur. Een druk en rommelig tafereeltje. Ik zou het thuis wel deleten. 
Eenmaal thuis vond ik het toch een fascinerend motief. Ik trok het door Lightroom en voerde enkele weinig subtiele bewerkingen uit. Zo voerde ik de kleurverzadiging op tot het uiterste, ik bracht zware vignettering aan, speelde wat met de schuifjes van contrast en helderheid en opeens had ik een spookachtig beeld dat beter de werkelijkheid weergaf dan de werkelijkheid zelf. Ik heb op internet nog even gezocht naar wat het beeld eigenlijk voorstelt. Het enige wat ik vond was een foto van de rare vogel op een Franstalige site met daaronder de tekst “Voorouder van de dodo of de ontbrekende schakel tussen dinosaurus en vogel?” 
Ik heb een mysterieus beeld in de nabewerking nog mysterieuzer gemaakt. Maar wel zonder Photoshop.

Niet gephotoshopt.

vrijdag 16 januari 2015

De ruit

Voor mijn werk stond ik vaak vooraan bij branden. Ooit beschreef een brandweercommandant me tijdens een grote brand in een school, hoe hulpverleners ‘in de voegen van de muren kropen’ na een explosie. Die had alle ramen uit het gebouw geblazen. Het was midden in de nacht en er was gelukkig niemand in het schoolgebouw. Maar de enorme klap van een gasfles in het natuurkundelokaal en de glasregen die volgde, bracht heel wat brandweerlieden en politiemensen van hun stuk. 
De brandweerofficier stond het doodgemoedereerd en met kennelijk leedvermaak te vertellen, kalm alsof ie aan de toog onder het genot van een glas bier een sterk verhaal stond te vertellen. Al die tijd kon ik mijn ogen niet afhouden van de grote glasscherven die rechtop in schouderpartij van zijn veiligheidsjas stonden. 
Ik moest er het afgelopen jaar vaak aan denken als ik de Cacaofabriek in Helmond binnenliep. Wat zou het voor een regen van glasscherven geven, als die grote ruit boven de ingang brak? In de zomer was de ruit gebarsten. Waarschijnlijk zat ie te strak in de sponning die door de warmte was uitgezet. Er trokken scheuren in het glas en de omgeving van de ingang onder de ruit werd met veiligheidslinten afgezet. Je moest de Cacaofabriek door een naastgelegen deur binnen. 
Omdat het nogal lang duurde voor een nieuwe ruit geleverd kon worden, werden de scheuren in het glas met tape afgeplakt. Zo kon de ingang onder de ruit weer normaal gebruikt worden. Zonder dat je bang moest zijn dat er glasscherven in je lijf kliefden. Sinds vandaag kun je de Cacaofabriek weer normaal binnen. De kapotte ruit is vervangen.
Dat was nog een heel spektakel. Ik heb het op een afstandje bekeken. En natuurlijk heb ik het gefotografeerd. Ik heb die PowerShot G 10 van Canon niet voor niks de hele dag binnen handbereik.

Kwestie van het glas heffen 

zondag 11 januari 2015

Wildernis

In de film De Nieuwe Wildernis kun je zien hoe een jong konikpaard de winter niet overleeft, omdat het te weinig eet. Een ander konikpaard sterft, omdat een van zijn benen bevriest. Het filmteam van Mark Verkerk en Ruben Smit was erbij, filmde het en liet het gebeuren. Hier in Nederland. Binnen een straal van twintig kilometer rond de Oostvaardersplassen is er beslist een dierenarts te vinden, die de paarden had kunnen redden. Is het dan wreed van zo’n filmteam om de dieren aan hun lot over te laten? 
Ik vind van niet. Als zich in Nederland spontaan een nieuwe wildernis ontwikkelt, zoals aan de Oostvaardersplassen, dan moeten we daar blij mee zijn. Laat de natuur zijn gang gaan. En natuur is survival of the fittest. Daarbij past dat de zwakste sneuvelen en daarmee in de voedselketen van andere dieren terecht komen. 
Toen ik vanmiddag door de bossen van de Ullingse Bergen bij Sint Antonis wandelde, moest ik aan deze natuurlijke keten denken. Om me heen zag ik geknakte takken en omgevallen bomen. Waren ze bezweken onder de last van het pak sneeuw dat op zaterdag na Kerstmis viel? Of zijn ze neergehaald door windkracht zes van de afgelopen dagen? Het blanke hout aan de afgescheurde takken verraadde, dat de wonden nog vers waren. Oudere gevallen takken en afgeknakte boomstammen waren al verkleurd en aangevreten door insecten. De wildernis dicht bij huis. De natuurlijke cyclus. En ik vond daarin mijn plaats.
Door de zoeker van de camera zag ik hoe het bos zijn eigen creativiteit ontplooit. Lijnen die parallel lopen of elkaar kruisen, bruine of groene vlakken die bij nadere beschouwing oneindig veel kleurschakeringen herbergen, structuren en lichtval die diepte geven aan het bos. Die vers afgeknakte takken en omgevallen bomen hadden zich daarin al geschikt. 
Omdat het bos al creatief was van zichzelf, hoefde ik dat vanmiddag als fotograaf niet te zijn. Ik heb het gezien en dankbaar gefotografeerd. Voor de omgevallen bomen was het toch al te laat om hulp te halen.

Creatief bezig, dat bos.