zondag 31 oktober 2010

Wegspoelen

Het was mooi weer voor een herfstwandeling. De klok is vannacht in de winterstand gezet, dus de duisternis valt in één klap een uur eerder in. Het mooie licht vlak voor de zonsondergang was er dus vroeg. Ik maakte foto's van de kerktoren in de gloed van het laatste daglicht van vandaag. Ik fotografeerde laantjes en paden, bezaaid met rode en bruine dorre bladeren; net als zoveel mensen die vandaag met een camera op stap waren.
Hoewel ik zocht naar plaatjes die afwijken van wat voor de hand ligt, maakte ik toch vooral meer van hetzelfde. Evenals elk jaar, evenals al die anderen. Jammer, niks onderscheidends. Of het zou deze foto moeten zijn van bladeren die drijven op het water in een gracht. Op het eerste gezicht een vervreemdend plaatje. Het heeft iets surrealistisch. De herfstkleuren zijn overdadig aanwezig. Elke referentie met de omgeving ontbreekt.
Of vertelt deze foto toch een verhaal? Er ligt een frisdrankblikje in het water. Het verstoort het idyllische herfstsfeertje. Het hoort er niet. Dom weggegooid? Uit balorigheid. Te laks om het netjes in een afvalbak te gooien? Foei. Maar ik kan me vergissen. Wellicht spoelen de eendjes op deze gracht de hun toegeworpen broodkorstjes weg met een Euroshoppertje fris. In dat geval: jammer dat ik te laat ben om daar een foto van te maken. Want Photoshoppen om een eend te laten Euroshoppen, daar begin ik niet aan.


Geen Photoshoppen om te Euroshoppen.

dinsdag 12 oktober 2010

List

Het licht was prachtig vandaag. De hele dag prikte een zacht zonnetje door een lichte nevel. We reden meer dan negentig kilometer langs de frontlijnen van de Eerste Wereldoorlog rondom Ieper. We bezochten veel begraafplaatsen waar ik veel foto's maakte. Mooie zachte contouren met heiige achtergronden waar mooi licht in zat. Een kleine sfeervolle intieme wereld. Maar ik liet hier gisteren al een foto zien van een begraafplaats, dus nu maar eens iets anders.
Vanavond om acht uur gingen we bij de Menenpoort in Ieper naar de Last Post luisteren. Bij ons hoor je die alleen op 4 mei, maar hier wordt die elke dag gespeeld. Ik verwachtte daarom weinig publiek en ik stelde me voor dat ik een trompetblazer in zijn eentje zou kunnen fotograferen in die stadspoort waarin de namen van 54.896 soldaten in de wandplaten zijn gebeiteld.
Het was er echter veel drukker dan ik verwacht had. Om tien voor acht was de eerste linie waar ik foto's wilde maken allang bezet. Gelukkig heb ik hier inmiddels veel geleerd over oorlogsstrategieën en soms moet een fotograaf het meer hebben van een list dan van zijn techniek. Ik bedacht een omtrekkende beweging, want naar voren dringen en door de afzettingslinten breken zou me niet lukken, had ik al bedacht.
Gisteren waren we ook hier, dus ik wist dat je bovenlangs ook in de poort kon komen. Niemand hield me op die weg tegen en voor ik het zelf wist stond in ongemerkt tussen genodigden die hier een krans kwamen leggen. Ik maakte me onzichtbaar, ging uit de flank onder een lint door en stond even later in een stukje niemandsland tussen een politieafzetting en de trompetblazers onder de poort. Ik had een prachtig uitzicht, liep de lege ruimte in alsof ik bij het ceremonieel hoorde en maakte een paar foto's. Met list kun je een oorlog winnen. En foto's maken.


Oorlog voeren of foto's maken?

maandag 11 oktober 2010

Eerste Wereldoorlog

Ik liep door Ieper en dacht aan Brandevoort. De gebouwen in Ieper moeten ouder lijken dan ze zijn, net als in de Helmondse wijk Brandevoort. Maar er is een belangrijk verschil: de gebouwen in Ieper waren echt oud, toen ze in de Eerste Wereldoorlog aan puin werden geschoten. Daarna zijn ze grotendeels in de oorspronkelijke stijl herbouwd. In Brandevoort zijn de panden slechts nagebouwd in de stijl van echte, andere vestingstadjes.
Het contrast tussen Brandevoort en het Belgische Ieper is dus oneindig groot. Waar Brandevoort buiten een opvallende bouwstijl niet meer dan tien jaar weinig aansprekende geschiedenis te bieden heeft, is in Ieper wereldhistorie geschreven. Ieper was tussen 1914 en 1918 met vier loopgraafveldslagen het centrum van de Eerste Wereldoorlog. Daar voor was het eeuwenlang een belangrijke Vlaamse stad waarin de lakenhal het grootste niet-kerkelijke en niet-adelijke gebouw ter wereld was.
Vandaag zochten we naar sporen van de Eerste Wereldoorlog. In het zeer beeldende museum 'In Flanders Fields' hoefden we die sporen niet te zoeken. Ze werden ons op zeer indringende wijze gepresenteerd in woord en beeld. Bij ons hotel, even buiten Ieper, liggen nog resten van loopgraven en een krater die veroorzaakt is door de grootste explosie uit de Eerste Wereldoorlog.
Indrukwekkend vind ik altijd de oorlogsbegraafplaatsen. Naast foto's van nieuwe oude gebouwen in Ieper en aangrijpende beelden in het museum, maakte ik ook foto's tussen oorlogsgraven. Alles viel op zijn plaats, toen een bejaard Brits stel tussen de graven liep, terwijl ik juist had ingekaderd op een graf met een Australische vlag. Er wordt hier veel Engels gesproken in Ieper, want de Engelsen zijn hun Great War nog altijd niet vergeten.
Duits hoorde ik ook. Een ouder stel liep te zoeken naar iets wat ze hier verloren: de Eerste Wereldoorlog.


Graven en loopgraven.

zondag 3 oktober 2010

Donjon

Jaren geleden ontdekten mijn vrouw ik in een museum op IJsland tekeningen van het kasteel in ons dorp, die we nooit eerder gezien hadden. Een IJslandse tekenaar had ze in 1883 gemaakt toen hij als priesterstudent op het kasteel woonde. Het waren bijzondere tekeningen, want ze toonden het kasteel na de brand van 1883 en daar waren tot dan toe geen afbeeldingen van bekend.
Ik heb er ter plaatse dia's van gemaakt waarvan ik thuis reproducties heb laten maken. De tekeningen staan - met toestemming van het IJslandse museum - inmiddels in een boek over het kasteel. Ook zijn ze bij rondleidingen te zien in de kelder van de donjon. Ik had ze voor de verbouwing van mijn huis aan de muur hangen in de woonkamer. Daar wil ik ze terughangen, maar wel tussen een fotocollage van de kasteeltoren, zoals die er tegenwoordig bij staat.
Vanmiddag toog ik met mijn camera naar het kasteel, maar tot mijn teleurstelling kan ik niet meer gaan staan op de plek waar de tekenaar stond. Daar groeit nu een boom en de overhangende takken ontnemen het zicht aan de donjon. Ik heb me voorgenomen om in de winter nog eens terug te gaan, als de bladeren van de bomen zijn.
Voor ik vertrok maakte ik nog een rondwandeling door de kasteeltuin. Rond een grote boom ontdekte ik een verzameling kolossale paddenstoelen. Vraag me niet hoe ze heten, want daar heb ik geen verstand van. Voor je het weet zit ik maar wat te zwammen. Ik maakte er een serie foto's van: zo dicht erop dat het een spel werd van abstracte lijnen en kleurtonen, maar ook met een iets ruimere uitsnede waarop je in het water nog een stukje van het kasteel ziet weerspiegeld.
Ik vind de combinatie wel mooi. Ik kwam voor het kasteel en ging met paddenstoelen. Voor het kasteel dat er al eeuwen staat, kan ik nog wel eens terugkomen. Het zal er nog wel een poosje staan. Die paddenstoelen verdwijnen weer. En dan heb ik de foto's nog.


Zwammen over het kasteel.

Wiek

Bij onze jaarlijkse excursie van de heemkundekring heb ik altijd een fotocamera bij me. Vroeger was dat vaak een kleinbeeldcamera, de laatste jaren is dat mijn Powershot G10 van Canon. Die kan gemakkelijk mee in de jaszak en valt zo weinig op, dat mensen me komen vragen of ik geen fototoestel bij me heb. Want veel mensen herkennen eerst mijn camera en dan pas mijn gezicht.
We gingen dit jaar niet zo ver van huis. Geen busreis naar een bezienswaardig stadje in België dit keer, maar met auto's naar een naburig dorp. Leuke begeleide wandeling door Gebbel, bezoek aan het voormalige woonhuis van schrijver Toon Kortooms en een bezoek aan een molen stonden op het programma. We hebben veel opgestoken van de geschiedenis uit een streek niet ver van huis.
Zo leerde ik op de molen dat de uitdrukking 'in het honderd lopen' uit de molenaarswereld komt. Een prettig draaitempo vindt de molenaar, als er elke minuut zestig wieken voorbij komen. Dat mag iets sneller, maar bij honderd wieken per minuut raakt het hele mechanisme in de molen in de war. De boel 'loopt in het honderd'.
Deze foto maakte ik, toen de molenaar ons buiten tekst en uitleg gaf over de stand van de wieken. Onder in de wiek zie je nog een figuur die een houding aanneemt waarvan je tien jaar geleden nog zou denken dat ze een shaggie draait. Nu denken we meteen dat ze een digitale compactcamera voor het hoofd houdt. Ik heb de foto van deze vrouw geschoten dwars door de wiek van de molen. Ha, weer een nieuwe uitdrukking: in de wiek geschoten.


Shaggie of camera?