zondag 21 maart 2010

Schaapachtig

Al vaker heb ik op dit blog laten merken, dat ik niet gecharmeerd ben van alle mogelijkheden die de nieuwe fototechnieken bieden. Photoshop en andere fotobewerkingsprogramma's zijn in handen van kundige vaklieden prima gereedschappen. Maar te vaak ontaardt fotobewerking naar mijn smaak in spielerei, waarbij het spelen belangrijker is dan het eindresultaat van de foto. Onder de noemer kunst wordt er dan een heleboel goedgepraat wat eigenlijk geen functie heeft.
Met de dokatechnieken in de analoge fotografie kon je ook knutselen, maar je had veel minder mogelijkheden dan met de computertechnieken in de digitale fotografie. Bovendien waren de dokatechnieken voor veel minder mensen weggelegd. Je moest er een ruimte voor inrichten en chemicaliën voor aanschaffen. Je moest de techniek leren beheersen. En een foutje kostte onmiddellijk geld, of erger nog: je was je unieke opnames kwijt.
Photoshop en andere fotoapplicaties worden nu gebruikt om naar harte te lust te knippen en te plakken in laagjes en kleuren te vervreemden, zonder dat het direct een functie heeft. Ik heb er ook nog ooit mee geëxperimenteerd, want je moet wel weten waar al die nieuwigheden voor dienen. Het ging me niet eens slecht af, maar ik hou toch meer van de authentieke fotografie. Vooral als daar nog iets van 'het beslissende moment' in zit.
Gisteren maakte ik tijdens een avondwandeling een foto van een paar schapen die nieuwsgiering aan de afrasting kwamen kijken. Ik was niet echt tevreden; er was geen beslissend moment of een ander boeiend element in deze foto. Ik trok in Aperture 3 aan een paar schuifjes om het beeld wat interessanter te maken. De draad heb ik niet weggeretoucheerd, hoewel dat gemakkelijk had gekund. Juist die vind ik belangrijk. Schapen zijn geen vrije heidedieren meer, ze leven in een omheinde wereld.
Ik vind de foto na enig geknutsel nogal gekunsteld. Dit is toch niet zo mijn ding, stel ik schaapachtig vast.


Geknutseld en kunsteld.

zondag 14 maart 2010

Rijp voor delete

Soms kieper ik alle kwaliteitseisen overboord en ga ik voor een gekke foto. Gisteravond wandelde ik door een donker buitengebied naar een naburig dorp. De enige camera die ik bij me had, was mijn Canon Powershot G10. Dat is een prachtig ding voor kwalitatief hoogwaardige snapshots. Maar het blijft een compact, dus de kleine sensor genereert veel ruis bij hoge ISO-waarden.
Ik wandelde langs een enorm, gloednieuw tuinbouwkassencomplex. De groeilampen in de kassen creeëren een surrealistisch avondlandschap. Sinds de kassen in bedrijf zijn, wilde ik er al een foto van maken. Nu had ik mijn kans. Ik besefte dat mijn G10 het in het donker niet zou trekken, maar ik heb toch wat geprobeerd. Over de grenzen van het maakbare heen fotograferen is zou oud als de fotogafie. In het analoge tijdperk waren er fotografen die het Schwarzschildeffect – geeft kleurverschuiving bij lange sluitertijd – tot kunst verheven hadden, terwijl het eigenlijk gewoon een verkeerde reactie was van het filmpje op het extreme gebruik ervan. Ik herinner me prachtige nachtfoto's van purperen stranden waar golven als lange witte strepen overheen rolden.
Ik stelde de sluitertijd van mijn G10 in op een volle seconde en zocht met mijn arm steun tegen een boom. Het diafragma zette ik op de maximale opening van f/2.8 en de ISO-waarde draaide ik op 800. Ik had nog kunnen kiezen voor 1600, maar ik wilde de G10 niet tarten tot al zijn uitersten. De foto die ik maakte was nog danig onderbelicht, maar door later achter de computer in mijn fotobewerkingsprogramma aan de niveaupijltjes te trekken, kreeg ik toch nog een beetje helderheid in het beeld. Het werd een onscherp full-ruisplaatje dat eigenlijk rijp is voor de deletetoets. Maar in het besef dat er mensen zijn die een goede foto met een fotobewerkingsprogramma zitten te verminken tot een zogenaamde kunstzinnige afbeelding, durf ik hem hier toch te laten zien. Van Gogh wordt ook gewaardeerd om zijn schildertechniek met puntjesruis.


Full-ruis of kunst?

donderdag 11 maart 2010

Nietig

De Estlandse fotograaf Alexander Gronsky heeft vandaag de Foam Paul Huf Award 2010 gewonnen. Hij fotografeert voornamelijk landschappen en als er mensen in staan, dan staan die op grote afstand; nietig, klein in beeld gezet. 'Door de grote afstand die hij creëert tussen zijn camera en de personen die hij fotografeert, komt de eenzaamheid van de mens in het gemengde landschap treffend naar voren', lees ik in NRC Handelsblad.
Ik heb foto's van Gronsky gezien en ik gun hem de prijs van harte. Meesterlijk, een unieke stijl. Nou ja, uniek. Uit pure nijd heb ik een oude ingescande dia voor de dag gehaald. Ik plaats op dit blog doorgaans alleen maar actuele foto's. Maar nu maak ik even een uitzondering.
De dia maakte ik in 1999 tijdens een reis op IJsland. Ik raakte onder de indruk van het overweldigende landschap en begon op mijn dia's mensen heel nietig in beeld te zetten. Hoe klein is een mens in dit indrukwekkende landschap? Met dit verhaal keerde ik terug naar Nederland, waar ik trots mijn foto's liet zien op de fotoclub.
'Je had er dichter op moeten kruipen, de mensen groter in beeld', was het commentaar. 'Ja maar', probeerde ik te verduidelijken, 'het gaat me juist om de kleinheid van de mens in dit grootse landschap.' Ik vond geen gehoor. Ook de jury van een grote landelijke fotowedstrijd kon mijn dia's niet waarderen.
Nu lees ik, dat je daar toch prijzen mee kunt winnen. Mijn idee, gejat door een Est. Ik heb gewoon de verkeerde jury op mijn pad getroffen. Uit de serie nietige mensen heb ik deze gekozen om op mijn blog te zetten. Gemaakt in 1999 in de vulkaankrater Leirhnjúkur van de berg Krafla op IJsland. In die walm van dampende warmwaterbronnen stonk het naar zwavelwaterstof, de lucht van rotte eieren. Dat kan ik me er nog van herinneren. De foto vind ik nog altijd mooi, ook al werd hij toen niet gewaardeerd. Gelukkig is de gedachte die er achter zat nu wel bekroond. Ik ben bij lange na geen Alexander Gronsky en ik gun hem de prijs van harte. Proficiat Alex. Maar kom eens op de koffie, ik heb nog een heleboel goede ideeën.


Stank voor dank.