donderdag 24 december 2009

Vrolijk kerstfeest

Met een katholieke opvoeding heb ik de eerste decennia van mijn leven tijdens deze christelijke feestdagen de mensen in mijn omgeving een Zalig Kerstmis gewenst. Ik ben geboren vóór het Tweede Vaticaans Concilie, dus ik heb de Grote Kerkvernieuwing van begin af aan meegemaakt. Het zalige raakte uit de gratie. Nog lange tijd reserveerde ik het Zalig Kerstmis voor een wijze, oude man die het Rijke Roomsche Leven nog van nabij had meegemaakt. Voor hem had die wens nog betekenis.
Tegenwoordig wens ik de mensen om me heen prettige feestdagen of heel frivool een vrolijk kerstfeest. En natuurlijk de beste wensen voor het nieuwe jaar, alles wat wenselijk is, een gelukkig nieuwjaar of als ze me net even voor zijn gewoon: van hetzelfde. Want ook 'zalig' nieuwjaar is met de secularisatie een stille dood gestorven.
Al vele jaren maak ik zelf mijn kerst- en nieuwjaarskaart. Elk jaar bedenk ik daarvoor een andere foto. Meestal komt het idee pas op een moment dat ik de zelfgemaakte foto bij gebrek aan een ingeving maar eens wilde overslaan.
Zo ging het ook dit jaar. Begin deze maand waren we in Brugge en ik had vooraf bedacht dat die stad genoeg motieven had voor mijn kerstkaart. Maar het viel me tegen. Tot ik de kerstman naast de televisie in onze hotelkamer eens vriendelijk aankeek. Zou jij...? Hij gaf geen antwoord en zwijgen is toestemmen. Voor hij en ik het in de gaten hadden, zat hij in het licht op de vensterbank. Wat bijflitsten om de donkere kant op te helderen en klaar was mijn wenskaartfoto. Thuis nog even een tekst erop en vervolgens de printer aan het werk gezet. Ik druk de kaarten af op een formaat van 13 bij 13 centimeter. Dan passen ze prima in de enveloppen van 14 bij 14 die de boekwinkel hier in het dorp verkoopt.
Ze zijn inmiddels verzonden. En die vakantie in Brugge? Die was zalig.

Ho ho ho. Zalig.

zaterdag 19 december 2009

Struggle for life

Lange tijd maakte ik geen onderscheid in vogelsoorten. Alles wat veren had noemde ik simpelweg mussen. Je had grote en kleine mussen. Als het warm was vielen ze van het dak en als het koud was vroren ze dood. Zo eenvoudig zag ik het mussenleven.
Eens ooit hipte er zigzaggend een mus voor onze camper uit, toen we in het hoge noorden van Scandinavië wegreden van een illegaal kampeerplekje aan een bergmeertje in een uitgestrekt bosgebied. Het zag er uit alsof de mus in paniek op zoek was naar een schuilplaats onder moeders rokken. Zoals een kind dat ontdaan om zijn moeder roept.
Sindsdien noemen mijn vrouw en ik deze vogelsoort het mama-mama-vogeltje. In een determinatieboekje vonden we trouwens, dat dit een kwikstaartje was.
Ik ben geen vogelkenner, maar ik behoor inmiddels wel tot de mensensoort die als het vriest de vogeltjes in de tuin bijvoert. Ze krijgen vetbollen, pinda's, zaden en wat zoal nog meer geprepareerd in netjes bij de Boerenbondswinkel te koop is. Sinds de grote boom in onze tuin door een storm is geveld, leggen we het vogelvoer gewoon op een tuintafel. Het ligt zodanig dat we er vanachter onze ontbijttafel genietend naar kunnen kijken en natuurlijk ligt het mooi in het zicht van mijn fotocamera.
De eerste gast was vanmorgen een roodborstje, maar al gauw landde er een vrouwtjesmerel op tafel. Die ging het gevecht aan met een netje nootjes en zaden. Het werd een ware struggle for life. Waarschijnlijk zou deze merel elders in de vrije natuur minder energie verspild hebben bij het bemachtigen van voedsel. Maar ik en mijn 7D smulden van deze actie.


Smullen van bijvoeren.

donderdag 10 december 2009

Onthaalkerk

Veel toeristen lopen in een toeristenstad even een monumentale kerk binnen. Thuis zouden ze niet op het idee komen om een kerk te bezoeken. Maar door de display van hun fototoestel of videocamera willen ze graag even kijken naar al die fraaie heiligenbeelden, of naar die mooi gesneden preekstoel. Het kerkzilver en andere kunstschatten doen het ook goed in de reeks vakantiekiekjes.
In een kerk ben je al snel onder de indruk van al die religieuze rijkdom. Als er ook nog eens mooi licht op valt door de glas-in-loodramen, dan rijg je de jpegjes in rap tempo aaneen. Vandaag zag ik ze weer, al dan niet flitsend, met compactcamera's die veelal te weinig iso-gevoeligheid hebben voor dat monumentale kerkschoon. Maar ach, kwaliteit wordt niet gevraagd. Het is maar om thuis te kunnen laten zien dat je er geweest bent of als herinnering aan je culturele belangstelling tijdens je vakantie.
Als je dat toeristisch moois op ansichtkaarten kunt kopen, heb ik er al snel geen fotografische belangstelling meer voor. Ik ga op zoek naar andere plekjes in de kerk en ga zo'n godshuis dan ook met andere ogen bekijken. Het is niet alles goud wat er blinkt, zie ik dan.
Vandaag vond ik in de Onthaalkerk van Onze Lieve Vrouw in Brugge een paar van die plekjes waar toeristen in de regel geen oog voor hebben. Ik zag een kerk in verval. De dank aan Maria hing aan een afgebladderde muur in een hoekje en twee bidstoelen waren er als vergeten rekwisieten weggezet. Als deze foto een symbool mag zijn voor de hedendaagse Katholieke Kerk in verval, dan is er ook hoop. Rechts is een stukje zichtbaar van een poot van een bouwsteiger. De wederopbouw is nabij.


Wederopbouw nabij.

woensdag 9 december 2009

Strand

We hadden dit jaar de zee nog niet gezien en dichterbij dan deze week komen we waarschijnlijk niet meer. Dus reden we vanmorgen van Brugge naar het strand van Blankenberge. Tot het ging regenen maakten we een strandwandeling en maakte ik foto's bij de pier. De pier zelf was gesloten en dat was mijn geluk. Want nu ben ik onder de pier gaan lopen en daar zag ik allerlei fotografisch interessante motieven die je niet vindt bovenop de pier waar de toeristen komen.
Bij De Slegte kocht ik vanmiddag voor de prijs van twee fotobladen het 256 pagina's dikke boek 'Door het oog van de lens'. Daarin trof ik een foto aan uit de serie die Rineke Dijkstra maakte van pubers in badpak op het strand. In het boek wordt uitgelegd welke filosofie er achter deze fotoserie zit. 'Een samenballing van kwestbaarheid en macht', heeft Dijkstra zelf ooit over deze puberserie gezegd.
Terwijl ik deze ochtend onder de pier aan het fotograferen was, liep mijn vrouw een stuk verderop over een dijk van keien, zeewier, zand en schelpen. De dijk was een streep in het landschap met daarop mijn vrouw als een nietig poppetje. Ik heb er verder geen filosofie bij. Gelukkig maar voor mijn vrouw. Het was te koud voor een badpak.


Geen Dijkstra maar dijk.

dinsdag 8 december 2009

Chocolade

In Brugge struikel je over de chocolade. Er is een chocolademuseum, maar wie chocolade wil zien of proeven kan beter door de winkelstraten gaan scharrelen. Etalage na etalage wordt er chocolade in allerlei soorten, maten en smaken getoond.
In deze etalage heeft de chocoladevormgever zich wel bijzonder uitgeleefd. Een kort moment dacht ik dat ik naar de versnellingspook van een auto stond te kijken, maar toen ik die vrouwenborsten en die naakte lichamen in puur en melk zag liggen, wist ik wel beter.
Dat meisje op de foto kijkt heel onschuldig naar de pralinés van witte chocolade, en dat marsepein eronder zou ook nog kunnen, maar de jongen en het meisje die in de etalageruit weerspiegelen hebben duidelijk een andere smaak. Hun blik is wat lager gericht.
En wij? Och, we hadden nog wat chocoladetruffels van de kerstmarkt in Durbuy bij ons. Maar we zijn nog een paar dagen in Brugge. Ik zal het adres onthouden, want ik hou wel van een lekker stuk, eh, chocolade.


Een lekker stuk.

maandag 7 december 2009

Wolken

Het leek wel alsof vanmorgen de hemel op ons dak was gevallen. We keken vanuit ons weekendhuisje in Somme-Leuze over het dal van de Ourthe en zagen dat de bossen omhelsd werden door wolken.
Het was geen dik pak mist, waardoor je geen honderd meter ver kon kijken. Het was ook geen ragfijn glasgordijn waardoor een diffuus licht viel. Nee, het waren echte wolken, zoals gezegd: alsof de hemel op ons dak was gevallen.
Het was een prachtig gezicht. Want boven de wolken scheen de zon. Tussen de wolkenflarden kon je bossen ontwaren. Ik pakte mijn camera en zette er een telelens op. Zo kon ik de vergezichten beter inkaderen en er de interessante stukken uit naar voren halen. Op de foto die ik hier laat zien is op de voorgrond nog de top van een boom zichtbaar die in het dorp onder ons huisje staat. Iets daarboven tekent zich een boomkruin af die vol maretaken zit. Daarboven zie je door de wolken heen de bossen bij Grandhan. En - nog net zichtbaar - die witte baan rechts onder in de foto is een wolkenflard waarop de zon schijnt. Maar waarom vertel ik dit? Het doet er niet zozeer toe wat je ziet; het gaat me om de sfeer. Als fotograaf voel ik me met zo'n plaatje in de wolken.


In de wolken.

zondag 29 november 2009

Golfterrein

Een golfterrein is vrijwel altijd een golvend terrein. Ik denk niet dat etymologen daar in de ontstaansgeschiedenis van de woorden een verklaring voor kunnen vinden. Er zal wel geen verwantschap zijn. Maar voor mij hoeft het niet wetenschappelijk onderzocht te worden. Ik wil graag geloven dat het woord 'golfterrein' een verbasterde samentrekking is van de woorden 'golvend' en 'terrein'.
Ik heb het vanmiddag immers zelf gezien. Tussen de dorpjes Milheeze, Bakel en het bosgebied De Stippelberg zijn ze bezig om een golfterrein aan te leggen. Volgens plan moet dat volgend jaar in gebruik genomen worden. Zware machines hebben het platte stukje Peel omgevormd tot een bultenlandschap met veel water in de lage stukken. En wat denk je? Op dat water trok de wind rimpels die wij - niks gewend zo ver van zee - graag golven noemen. Golven op het water in een golvend terrein dat een golfterrein moet worden. Toeval? Als je dat golft - sorry, ik bedoel: gelooft - heb je volgens mij een klap van de molenwiek gehad. Dat kan daar trouwens zomaar gebeuren, want de molen van Milheeze staat niet ver van het golfterrein. Met een flinke telelens kon ik vanmiddag het golfterrein-in-wording en de molen lekker dicht bij elkaar zetten. Hemelsbreed ligt die molen te ver weg om er een golfbal naartoe te meppen. Maar wie maalt daar om? We krijgen er weer een mooi stukje landschap bij met natuur en water, waar ik graag nog eens terug zal gaan. Om foto's te maken dan wel. Niet om er golf te spelen, want dan zou ik bij gebrek aan golfvaardigheid vaak in de golven golfen.


Golvend terrein wordt golfterrein.

maandag 23 november 2009

Bliksems

Rommelde het nou in de verte, of was dat de wind? Nee, toch... weerlicht aan de donkere hemel. Ik zat aan de computer, schakelde naar de internetbrowser en zocht buienradar.nl op. Zowaar, daar kwam een dik pak kruisjes op ons af. En kruisjes zijn op buienradar de getelde bliksemschichten in het afgelopen uur.
Het was me nog nooit gelukt om bliksem te fotograferen. Meestal onweerde het als ik mijn fotospullen niet bij de hand had of andere dingen te doen had. Maar nu stond mijn statief naast mijn bureau binnen handbereik. En nu zat mijn camera met voorgeschroefd 17 mm groothoekobjectief in de tas aan mijn voeten. Kom op, niet gedraald. Ik stelde de boel op voor de glaspui aan onze achtertuin met voldoende vrij zicht op de hemel.
Even proberen. ISO-waarde op 100, diafragma op f/ 5.6. De sluitertijd op bulb. Even een proefopname; ontspanknop indrukken en tot twintig tellen. Ik zag een donker uitspansel en de contouren van de tuin op de voorgrond. Mooi zo, laat nu de bui maar komen.
Weldra gutste het water langs de ruiten, zwiepten de twijgen van de struiken in de tuin heen en weer en zwelde het onweer aan. Eén, twee, drie... Dan weer twintig, dan dertig tellen. Die sensor in de camera moest toch gloeiend heet worden, dacht ik. Maar het kon me even niet schelen. Eén, twee... flits-flits-bliksem-de-bliksem. Hebbes.
Mijn eerste geslaagde bliksemflitsfoto. Ach, alles is relatief. In mijn fototas zitten twee Speedlite 580 EX flitsers die op commando afgaan. Maar het jachtinstict wil ook wat. Met fotografie heeft dat verder niet zoveel te maken. Al zie ik nu wel dat ik eind november mijn tuinmeubelen nog buiten heb staan. Bliksems!


Dankzij het jachtinstinct.


zaterdag 21 november 2009

Verliefd

Het ochtendlicht leek me mooi genoeg voor interessante landschapsfoto's en dus trok ik vanmorgen al vroeg de Ullingse Bergen in om mijn nieuwe Canon Eos 7D te testen. De eerste foto's die ik er vorige week in Eindhoven tijdens het lichtfestival Glow mee maakte, stemden me uitermate tevreden. Maar wat kan deze camera met zijn snelle autofocus en acht beeldjes per seconde nog meer, bijvoorbeeld in combinatie met mijn 100-400 mm telelens?
Het licht op de heide viel me uiteindelijk tegen en ik verlegde mijn werkterrein naar Zoo Parc Overloon. Een beetje actiefotografie met dieren, daarvoor leek me deze 7D zeer geschikt. Ik had mijn zinnen gezet op een mooie 'toendrafoto' met rendieren. De lage zonnestand was daarvoor perfect en het wat zompige landschap ook. Maar hier volgde mijn tweede teleurstelling. De dierentuin ging pas om tien uur open en toen ik eenmaal binnen was stond de zon al hoger dan me lief was. Bovendien waren er in geen velden of bossen rendieren te bespeuren.
De doorgaans zo actief van boom naar boom zwierende aapjes sliepen ook al uit en het andere gedierte had op deze lauwwarme herfstzaterdag vrijaf genomen, zo leek het wel. De enige actie kwam van enkele vroege oppassers die de dierenverblijven schoonmaakten. En zo maakte ik toch nog een verrassend leuke foto. Nooit geweten dat kamelen zo verliefd naar mensenmeisjes kunnen kijken. Zou deze jongedame trouwens in haar arbeidscontract hebben staan, dat ze als verzorgster geen relatie mag aanknopen met haar pupillen?


Geen kalverliefde maar kamelenliefde.

vrijdag 20 november 2009

Overal

Een collega met wie ik door de stad liep wist wat die jongelui aan het doen waren. "Het is een workshop die hoort bij het bezoek aan de tentoonstelling van Elliott Erwitt in het gemeentemuseum", wist ze. "Na het bekijken van de foto's van Erwitt krijgen ze de opdracht om zelf foto's te gaan maken."
Ik had de tentoonstelling van Erwitt vorige week al bezocht en had ook gezien dat er een groep scholieren van een middelbare school werd rondgeleid. Maar dat ze zelf foto's moesten maken, dat was me ontgaan. Want ik had vooral oog voor de 136 foto's van Erwitt daarbinnen in het gemeentemuseum van Helmond. Erwitt, de fotograaf van de humor. Ik sla hem niet zo hoog aan als zijn Magnum-collega's Henri Cartier-Bresson, de koning van de straatfotografie, en David Seymour, fotograaf van het sociale leven.
Maar Erwitt dankt zijn reputatie aan zijn gave om feilloos de momenten te pakken die minstens een glimlach oproepen en soms een schaterlach. "Foto-onderwerpen kun je overal vinden. Het is eenvoudig een kwestie van ze opmerken", heeft hij eens gezegd.
Waarom deze jongelui al die attributen mee over straat slepen ontgaat me. Die camera begrijp ik. Erwitt had in zijn beste tijd niet de beschikking over digitaal, maar de wereld heeft niet stilgestaan en deze jongelui schieten hun plaatjes met een Canon Powershot A1100 in 12.1 megapixels. Die hond, dat snap ik ook. Erwitt had een voorliefde voor honden en maakte er fantastische foto's van. Maar een maximumsnelheidbord voor 50 kilometer per uur? Een bezem? Die plastic tassen over het hoofd? Erwitt fotografeerde wat hij spontaan op straat tegenkwam en sleepte niet vanalles mee om zijn foto's interessant te maken.
Ik heb dat ook niet nodig. Ik vind mijn foto-onderwerpen overal. Vooral dankzij jongelui als deze is het ook niet moeilijk om ze op te merken. De foto die ik maakte lijkt me leuker dan die zij schoten van iemand die deels schuil gaat achter een Canon Powershot G10.


Leuker dan iemand achter een G10.

zaterdag 14 november 2009

Jurylid

Het Eindhovens Dagblad hield deze week een fotowedstrijd in het kader van het Eindhovense lichtfestival Glow. Ik zat in de jury en heb enkele honderden foto's beoordeeld om er dagelijks een winnaar uit te kiezen. Veel fotografen zetten hun camera op statief, kaderen het mooi verlichte object in en drukken af. Mooi object, mooie foto. Zo zag ik veel van hetzelfde voorbijkomen. Gelukkig zijn er ook mensen die begrijpen dat je je moet onderscheiden. Daarmee kun je pech hebben dat je werk niet in de smaak valt bij de jury. Persoonlijk hou ik niet zo erg van te veel Photoshop, waardoor het karakter van de foto verloren gaat. Knippen en plakken, kleuren vervreemden, dat soort werk. Maar als de foto er beter van wordt, met verscherpen en delen van een foto ophelderen, dan vind ik het prima. Jezelf onderscheiden kun je ook door een uniek moment te vangen of een bijzonder standpunt te kiezen. In alle gevallen geldt: wees creatief en beheers je techniek.
Als jurylid ben ik de hele week niet gaan kijken bij Glow. Zo kon ik heel puur de foto's beoordelen en heb ik me niet laten beïnvloeden door het mooiste object of mijn stemming ter plaatse. Het kan zo maar gebeuren dat je een foto niet mooi vindt als je jezelf herinnert hoe je op die plek koud en nat stond te balen. Of juist een foto overwaardeert, omdat je erg onder de indruk raakte van de show toen je er zelf naar stond te kijken.
Gisteren zat mijn jurywerk er op en ben ik toch nog even gaan kijken bij Glow. En fotograferen natuurlijk, maar wel buiten mededinging. Ik heb meteen mijn nieuwe camera in de strijd gegooid. Ik haalde gisteren mijn nieuwe 7D uit de verpakking, laadde de accu's op en testte hem uit op snelle acties bij weinig licht. Zoals deze foto van jongeren die zich van een met beamers aangestraalde helling lieten glijden bij het station in Eindhoven. Dit is ook Glow. Maar dit soort foto's heb ik in de ED-wedstrijd niet aangetroffen. Of komt dat omdat ik dit alleen maar zelf een goede foto vind? Jammer dan, dat al die andere fotografen overgeleverd waren aan mij en een select groepje andere eigenwijze juryleden.


Dit is ook Glow.

dinsdag 3 november 2009

Speels

't Speelhuis was ooit het pronkstuk van de stad Helmond; in 1977 nota bene door prinses Beatrix geopend. En die komt toch niet zomaar een lintje doorknippen.
Wie het nu wil zien moet het gaan zoeken. De gekantelde woningen op palen en het theater met zijn kubussendak liggen verscholen en ingebouwd tussen winkels en appartementen. Als klap op de vuurpijl heeft de gemeente besloten om er ook nog het nieuwe bibliotheekgebouw met kantoor- en winkelruimte voor te bouwen.
Ooit de trots van de stad, dankzij zijn bijzondere architectuur waar Piet Blom (het gebouw) en Har Sanders (de beroemde geschilderde circustent-wand) de hand in hadden. Later verguisd, want het was niet doelmatig. Je kon vanaf veel zitplaatsen het podium niet zien en je zat altijd met opgetrokken knieën. Dus gingen de Helmonders het maar verstoppen.
Ik vind het zonde, want ik heb 't Speelhuis altijd als kunstwerk gezien; veel meer nog dan als een theater. Maar toen ik er vanmiddag mijn ogen nog eens goed de kost gaf, ontdekte ik trekjes van een nieuw kunstwerk. Het oude Speelhuis - 32 jaar jong - en de gloednieuwe bibliotheek leken een verdrag gesloten te hebben rond een nieuwe artistieke ruimte. Het bibliotheekgebouw heeft een paar hoekige en puntige vormen gekregen, alsook enkele goedgeplaatste ruiten, die samen een spelletje spelen met 't Speelhuis. In de lege ruimte tussen beide gebouwen en in de spiegeling van het glas ontstaat een nieuw kunstwerk. Toch een speels huis, die nieuwe bieb.


Speelhuis of speels huis?

zondag 1 november 2009

Hare Krishna

In Wallonië is Frans de moedertaal. Maar in het kasteel van de Radhadesh in het Waalse dorpje Petite Somme is Engels de voertaal. Ik sprak de dame in haar Oosterse gewaad die onder een eik zat te genieten van de herfstzon dan ook aan in het Engels. Of ik een foto van haar mocht maken? Dat vond ze goed en het werd een mooi portret van een aanhangster van de Hare Krishna temidden van gele herfstbladeren.
Al snel kwam ik er achter dat ze een Vlaamse was. We spraken verder in het Nederlands. We keuvelden over het weer, zoals je dat doet bij vreemden met wie je in het voorbijgaan even aan de praat raakt. In deze Hara Krishna-gemeenschap is het leven niet oppervlakkig, ontdekte ik. Als de zon scheen in het voorjaar en de bloemen bloeiden, kreeg ze energie, vertelde ze. En nu de bladeren vallen, vond ze het najaarszonnetje rustgevend. Da's iets anders dan: wat een rotweer hè?
"Als ik 's avonds uit mijn raam kijk en ik zie over de heuvels de zon ondergaan, dan staan al die gele en rode bladeren in een prachtig zacht licht. Dan zou ik willen dat ik ook zo'n, eh, ding had", wees ze naar mijn camera.
Ik fotografeerde haar terwijl ze met half gesloten ogen in het zachte zonlicht keek. Maar ik maakte nog veel meer foto's. De leefgemeenschap van Hare Krishna is erg gastvrij en doet er alles aan om de spiritualiteit van dit geloof te delen met de bezoekers van het kasteel. Niet opdringerig, maar uitnodigend. Hare Krishna wordt gerangschikt onder het Hindoeïsme. Westerlingen hoeven maar door de poort van het kasteel in Petit Somme te gaan om er kennis mee te maken. De kinderen op de trappen van het kasteel kijken verbaasd op naar de vrouw die net naar buiten komt. Het ene kind kijkt vol bewondering en ontzag naar haar op, het andere vindt het kennelijk maar een malle dame en schiet in zijn lach.


Met een lach of met ontzag.

zaterdag 24 oktober 2009

Grenzen

'Grenzen tussen landen, grenzen tussen armoede en welvaart - en de mensen die daar bekneld raken. Dat fotografeert Piet den Blanken', lezen we op de website van deze fotojournalist bij een toelichting op zijn tentoonstelling Grensgevallen.
Vandaag was ik in Deurne, waar het Fotofestival Deurne van start ging. Het duurt tot 22 november en ik ga er zeker nog terug om alle foto's te zien, want een middagje na de officiële opening om twee uur was lang niet voldoende om de twaalf plaatsen te bezoeken waar de foto's te zien zijn.
Na het openingsprogramma in het gemeentehuis (waar fotowerk hangt van de plaatselijke fotoclub Optika), ging ik naar de fotoexposities in de schuin tegenover gelegen Willibrorduskerk.
Een bijzondere expositieruimte, werd me snel duidelijk. Er hangen foto's van Justin Jin rond het thema 'No man is Illegal', waarmee de fotograaf je een kijkje gunt in de vluchtelingenproblematiek van Europa. En er zijn foto's te zien uit het project 'Grensgevallen' van fotojournalist Piet den Blanken. We weten uit de media dat er veel ellende is in de wereld, maar Den Blanken toont dat nog eens op indringende wijze door er met zijn camera bovenop te kruipen.
Terwijl ik tussen de expositiepanelen van de ene foto naar de andere laveerde, viel me een andere tentoonstelling op in deze Willibrorduskerk. Haaks op de foto's van Den Blanken hingen aan de muren van de kerk de schilderijen van de kruisweg van Jezus. Een soort van permanente expositie. Leed en ellende zijn van alle tijden, besefte ik. Een fotografische aanklacht van Den Blanken kan dat niet veranderen. Zelfs niet als deze Brabantse fotograaf tweeduizend jaar geleden met zijn camera op de Calvarieberg had gestaan. Want er blijven grenzen, niet alleen tussen armoede en welvaart, maar ook aan de invloed van een fotograaf.


Leed nu en leed toen.

vrijdag 16 oktober 2009

Stier

Dit is de honderdste foto sinds ik op 25 februari 2007 met mijn scherpstellen.blogspot.com begon. Maar hij is me net zo lief als de negenennegentigste en de honderdeneerste die ik nog maken moet. Ik maak nooit veel werk van jubilea. Andere mooie ronde getallen op mijn weg of markante data geven me zelden of nooit aanleiding tot een feestje. Mijn verjaardagen laat ik als het even kan stilletjes voorbijgaan. Ik ben jarig in mei, mocht U dat interesseren, en mijn sterrenbeeld is dan ook dat van de stier. Nou heb ik een mooi bruggetje naar mijn honderdste foto.
Want hoewel mijn sterrenbeeld stier is, heb ik het niet op die machtige mannetjesrunderen. Vooral niet als er koeien en kalveren in de buurt zijn. Dan willen ze er namelijk nog wel eens van uit gaan dat de aanval de beste verdediging is. En of ze dan in mij als sterrenbeeldige stier een bondgenoot zien, betwijfel ik.
Ons vakantiehuisje in de Ardennen staat in een fraaie rurale omgeving waarin royaal ruimte is voor de agrarische sector. Voor en achter ons huisje liggen weilanden waar een boer uit de buurt regelmatig zijn koeien laat grazen.
Deze week tijdens onze herfstvakantie zaten we buiten achter ons huis van een lekker najaarszonnetje te genieten, toen we opeens op straat tumult hoorden. Rennende mensen, geschreeuw, luid koeiengeloei. "Het lijkt wel of ze in onze voortuin lopen", zei mijn vrouw. Maar dat deden ze niet. Toen ik ging kijken stond ik oog in oog met een stevige stier op de weg voor onze poort. Stier keek naar stier. Ik ben niet bang, maar wel voorzichtig. Wat grote stier niet wist en kleine stier wel, was dat de poort niet goed op slot zat en dat die bullebak met zijn flinke massa in een boze bui dwars door dat smeedijzer heen zou denderen. Bij het onvermijdelijke stierengevecht zou kleine stier het dan afleggen. Ik heb een foto gemaakt en ben schielijk naar binnen gevlucht. Ik ben pas weer gaan kijken toen de cowboys uit het dorp met hilarische taferelen hun kudde bijeen probeerden te drijven. Ik hield er een prachtige fotoreportage aan over. En grote stier loopt nu kalm in de wei achter ons huis.


Grote stier kijkt naar kleine stier.

donderdag 8 oktober 2009

Heilig Bloed

Ontelbare keren ben ik al langs het klooster van de missiezusters van het Heilig Bloed in Aarle-Rixtel gereden. Vroeger wel eens in de auto, tot de weg gesloten verklaard werd voor doorgaand autoverkeer, maar veel vaker en nog wel eens op de fiets. Het is een groot klooster midden in de velden, slechts geflankeerd door een negentiende eeuwse boerderij die tegenwoordig dienst doet als restaurant annex hotelletje.
Vandaag was ik er voor het eerst binnen. Met collega’s kregen we er een rondleiding. Zuster Sarto voorzag ons van informatie. Het klooster is gebouwd in 1903. Er wonen nog 57 zusters. Dat soort dingen. Maar ik had mijn fotocamera mee naar binnen genomen en dus lette ik weer eens niet goed op al die wetenswaardigheden. Ik heb veel gezien maar weinig gehoord.
Zo keek ik sneaky door een openstaande deur naar buiten, terwijl de collega’s in het museum van het klooster allerlei interessante missiedingetjes te zien kregen. En ik zag een zuster. Eén van de 57. Heel bijzonder, want behalve zuster Sarto en zuster Ursula die de rondleiding gaven, hebben we geen andere bewoonster gezien. Ze moesten ergens zijn; de gemiddelde leeftijd in dit klooster is 85, dus het lag niet voor de hand om aan te nemen dat ze allemaal op reis waren. Ook de zusters hebben recht op privacy en daarom zijn we niet in het woongedeelte geweest, vermoed ik. Maar ik zag er dus eentje. En ik zag meer: ze leven heel werelds met links hun was op de draad te drogen en ook heel devoot met rechts het beeld van een heilige of een adorabele missiezuster op de binnenplaats. Misschien heeft zuster Sarto wel verteld wie dit is, maar ik lette niet op want ik maakte deze foto. En, o ja, dat kruis in de deur bij de zuster is geen kruis van Christus maar de weerspiegeling van raamkozijnen.


Links werelds en rechts devoot.

dinsdag 6 oktober 2009

Beet

Het is lang geleden dat ik nog eens gevist heb en eerlijk gezegd was het voor die laatste keer ook al heel lang geleden. Die laatste keer kan ik me nog goed herinneren. Mijn vrouw en ik waren met een visser in een motorbootje een Noorse fjord opgevaren. Wij mochten ook een hengel uitwerpen en mijn vrouw had zowaar beet. Twee tegelijk haalde ze er boven water, met de staarten omhoog en de koppen naar beneden. Het was geen kwestie van bijten maar van letterlijk aan de haak slaan.
Ik jaag liever met een camera op mijn prooi. Soms moet je dan net zoveel geduld hebben als een visser. Loeren, wachten, loeren, wachten. Maar opeens is er dan die reflex. Een fotograaf ziet weliswaar geen dobber ondergaan, maar hij herkent het moment waarop alles op zijn plaats valt; het moment dat interessant genoeg is om het voor de eeuwigheid vast te leggen.
Deze visser maakte het me vanmiddag niet al te lastig. Terwijl zijn hengel roerloos in het water lag te wachten tot de vissen wilden bijten, lurkte hij met grote regelmaat aan een blikje cola. Om de paar tellen nam hij een flinke teug en dat deed hij zo vaak, dat het blikje allang leeg had moeten zijn. Of dronk hij niet echt en was dit een nieuwe manier van vissen lokken: ikke drinken, jij bijten?
In elk geval was er voor mij voldoende gelegenheid om de drinkende visser te fotograferen, terwijl hij wachtte op het moment dat hij beet had. Dat beslissende moment heb ik trouwens niet gezien. Toen het begon te regenen ben ik maar doorgelopen. Ik had al beet.


Drinken of bijten?

woensdag 30 september 2009

Herfstmode

Deze zomer was ik in de gelegenheid om regelmatig met de fiets naar het werk te gaan. Ik werkte meestal aan mijn bureau en had de auto niet nodig voor onvoorziene werkzaamheden buiten de deur. Dat fietsen bracht me behalve frisse lucht en gezonde beweging ook de kans om eens op mijn gemak om me heen te kijken en te stoppen waar het me uitkwam. Nooit de vraag: waar kan ik veilig de auto neerzetten?
In mijn werktas ging elke dag mijn kleine, handzame Powershot G10 mee, want regelmatig zag ik leuke dingen die de moeite van het fotograferen waard waren. En nog steeds. Nu de dagen beginnen te korten valt het mooiste licht van de dag weer in mijn woon-werk-fietsverkeer. De lage zon strijkt over de weilanden en zorgt voor warme tonen. Een lichtbedekte hemel heldert als een enorm reflectiescherm de schaduwen op.
Als er in dat mooie landschap dan ook nog boeiende dingen te zien zijn, dan stap ik af. Zoals vanmiddag, toen ik in een mooi verlicht decor een paard met een paardendeken zag grazen. Ik heb geen verstand van dieren en vraag me af, waarom mensen hun honden en paarden zonodig kleren moeten aantrekken. Het was niet koud, het was niet nat. Zou zo’n paard dat lekker vinden, zo’n lap textiel om zijn lijf?
Of hebben mensen tegenwoordig zelfs proefdieren nodig om de komende herfstmode op uit te proberen? Gelukkig ben ik geen modevolger. Want ik zou toch maar belachelijk voor paard lopen met zo’n korte broek en korte mouwen.


Proefdier voor herfstmode?

zondag 27 september 2009

Harba lorifa

Waren we gisteren een beetje de weg kwijt? Het meisje uiterst rechts grijpt naar haar hoofd en kijkt naar de grond. Twee dames drukken de vingers tegen hun lippen alsof ze ergens diep over nadenken. De man met zonnebril kijkt vragend om. En links wordt met verrekijkers naar diepe verten getuurd. Zijn ze de weg kwijt?
Het zou kunnen. We waren op stap met de heemkundekring uit ons dorp en kregen ’s morgens een boeiende rondleiding langs onder meer de rijke authentieke collectie kunstschatten van de Sint-Leonarduskerk in Zoutleeuw. Dit kleine Belgische dorpje was ooit één van de belangrijkste steden van Brabant. Dat zou je nou niet meer zeggen, maar de stille getuigen zijn het historisch bewijs.
’s Middags maakten we met de leden van onze heemkundekring een wandeling door natuurgebied Het Vinne. Dit provinciaal domein is rijk aan vogels en onze gids deelde graag zijn kennis van deze gevederde vrienden met ons. Wij, heemkundevrienden, luisterden aandachtig, als waren we IVN’ers.
Waren wij, geschiedenisliefhebbers, niet toch verdwaald dan? Zijn de mensen op deze foto ontheemd en daarom de vertwijfeling nabij?
Soms geeft een foto bedriegelijke informatie. Deze mensen zijn niet vertwijfeld of verdwaald. Wel denken ze na. Want waar ze ’s morgens de gids nog aanvulden met informatie uit hun eigen algemene historische ontwikkeling, moesten ze ’s middags vaak het antwoord schuldig blijven op vragen over vogels en hun habitat.
Waarom zingen vogels? vroeg de gids. Om hun territorium af te bakenen, leerden wij. Maar wij weten meer van historie. Wat zong de hertog? Harba lorifa zong de hertog. Dat was dus om de grenzen van zijn Brabant te bepalen, weten we nu.


Tjilp of harba?

zondag 20 september 2009

Kunst

Een foto maken van een kunstwerk is geen kunst. Camera richten en afdrukken. Mooie foto? Dan zal het ook wel een mooi kunstwerk zijn. Zo simpel is het vaak.
Natuurlijk, een vakfotograaf die in opdracht van de kunstenaar werkt, stelt andere eisen dan een amateur. Bijvoorbeeld omdat de foto in een catalogus moet worden afgedrukt. De kunstfotograaf moet net als een modefotograaf oog hebben voor de juiste kleur, structuur en ruimtelijke werking van zijn object. Een amateur is vaak al tevreden als het kunstwerk helemaal op de foto staat.
Ik zal niet zo snel zomaar een kunstwerk fotograferen. Ten eerste biedt het me geen uitdaging en ten tweede riskeer ik geen aanvaring met de kunstenaar als ik die foto vervolgens ergens zou willen publiceren. Want in veel gevallen heeft de kunstenaar het beeldrecht op de foto.
De foto die ik hier publiceer is naar mijn idee geen foto van een kunstwerk meer. Op de eerste plaats heb ik niet het hele kunstwerk ingekaderd en bovendien voegen de mensen op de foto zoveel toe aan het kunstwerk, dat een totaal nieuw beeld ontstaat. Een leuke harmonie van mens en beeld, gevangen in een moment waaraan niks geregiseerd is. Een spontane opname tijdens het Festival Impact in Helmond. De mensen gebruiken de sokkel van het beeld als tribune om te kijken naar het optreden van een breakdancegroep. En het meisje? Dat heeft lak aan kunst én breakdance.


Lak aan kunst en breakdance.

zaterdag 5 september 2009

Straatmuzikanten

Het is wel haast onvermijdelijk dat de wegen van de straatmuzikant en de straatfotograaf elkaar met enige regelmaat kruisen. Zelden vind ik het de moeite waard om op die momenten mijn camera te pakken. De gitarist in zijn kapotte jeans waar de blote knieën door de scheuren steken, de kleurige Peruaanse panfluitisten met hun ‘voorbijvliegende condor’, de accordeonist die beter eerst zijn muziekschool had afgemaakt, het draaiorgel met tulpen uit Amsterdam. We kennen die straatbeelden met bijbehorende geluiden wel.
Tijdens een stadswandeling door De Bosch hoorde ik gistermiddag een fraai stukje klassieke muziek. Het was geen André Rieu en ook geen Koninklijk Concertgebouworkest. Maar het was ook niet het jankende of snerpende geluid waar je een hinderwetvergunning voor zou eisen.
Op een rustig plekje in een drukke winkelstraat stond een groepje mannen muziek te maken. Naar hun uiterlijk te oordelen waren het Oost-Europeanen. Keurig in het pak. Zo te zien zijn ze niet alleen bedreven met de strijkstok, maar ook met de strijkbout. Hiervan heb ik toch maar wel even een foto gemaakt. Het was de setting die me aansprak: kamermuziek zonder kamer, zoals een slak zonder huis.


Kamermuziek zonder kamer.

Groepsfoto

In de Ardennen kun je snel naam maken als fotograaf. Dat denk ik tenminste. Tijdens onze vakantie wandelden we deze week over een oud spoorwegtracé tussen Havelange en Hamois. De rails waren opgeruimd maar er was een prachtig geasfalteerd wandelpad voor teruggekomen door een mooi stukje Ardenner landschap.
Het is een wandelpad in lijn, dus we moesten ook weer terug naar de auto en kwamen daarbij langs plekjes waar ik op de heenweg ook al foto’s had gemaakt. Van een weiland met koeien bijvoorbeeld en de boerderij van hun werkgever op de achtergrond. Leuk plaatje met mooie dynamische lijnen dankzij het 17 mm groothoekobjectief dat ik had gebruikt.
Op de terugweg liepen we weer langs dat weiland en de dames kenden me nog. Ik had kennelijk mijn naam als fotograaf al gevestigd. Ze kwamen op een koeiendrafje aangehobbeld en posteerden zich keurig op een rijtje. Ik versta geen koeientaal, maar uit hun ogen sprak een smekend “monsieur, maak s’il vous plait een groepsfoto van ons”.
Normaal kost het dan voor een fotograaf wat moeite om al die giebelende meiden keurig in het gelid te krijgen en allemaal tegelijk in de lens te laten kijken. In dit geval bleken mijn modellen natuurtalentjes te zijn, die zonder enige sturing keurig gingen staan waar ik ze hebben wilde. Ik hoefde geen aandacht te vragen. Het was een kwestie van inkaderen, scherpstellen, lichtmeten en afdrukken. Heel erg naturel; puur natuur.


Natuurtalenten.

zondag 16 augustus 2009

Wespenhemel

Had ik het in mijn vorige blogje nog zo gezegd: ‘met macro- of dichtbijfotografie houd ik me zelden bezig en insecten zijn er alleen maar om dood te slaan als ze op een terrasje aan mijn frisdrank willen lurken’.
Gisteravond was een zeldzaam mooie zomeravond en wij zaten op het terras achter ons huis lekker te eten. De meeste wespen hielden zich koest, maar een paar waren er toch wel. Mijn vrouw, die het niet op die zoemende steekbeestjes heeft, was er al een keer voor naar binnen gevlucht.
Mij lieten ze met rust tot het toetje op tafel stond. Een lekker zoet mengsel van vanille, caramel en chocolade. Ik kon geen lepel naar mijn mond brengen of een wesp probeerde mee te genieten van de lekkernij.
Ik heb hem nog gewaarschuwd: “Moet ik het even scherp stellen? Wil je ook op mijn weblog?” Nou zijn wespen geen tengere pantserjuffers die minutenlang stil kunnen blijven hangen in de lucht. Dus heb ik hem met een tijdschrift een flink schouderklopje gegeven. De wesp bleef voor dood liggen, maar terwijl ik hem in zijn volle omvang op de display van mijn G10 bekeek, begon er eerst een vleugeltje te bewegen, toen een pootje, toen draaide hij zich om. En toen? Kreeg hij nog een flinke mep, want bij macrofotografie is het erg belangrijk dat het onderwerp goed stil ligt. De wesp was ex-wesp en snoept nou waarschijnlijk van emmers vol toetjes in de wespenhemel. En ik begin macrofotografie zowaar nog leuk te vinden. Ik heb twee stoppen overbelicht om het wespenlijkje goed belicht te krijgen op het bijna witte tafelblad. Alleen de scherptediepte van de chocoladeveeg valt een beetje tegen.


Goed stilliggen.

dinsdag 11 augustus 2009

Tengere pantserjuffer

Ik was vandaag weer in Zoo Parc Overloon. De allereerste foto op dit blog was van twee cheetahs die ik in Overloon fotografeerde. Bijna een jaar later heb ik daar nog een vervolg aan gegeven. Vandaag fotografeerde ik ze weer, net als de aapjes, verschillende vogels, de kamelen, stokstaartjes. Het kwam allemaal weer voor mijn lens en ik had geluk dat ze volop in leven waren. Geen luiwammesbeesten, zoals je vaak in dierentuinen aantreft. Nee, actie. Het leverde tal van mooie plaatjes op, zoals van tak naar tak springende apen en vogels die zich met veel gespat en gespetter in water wasten.
De foto die ik hier toon, heeft met dierentuindieren niet zo veel van doen. En ook niet met mijn fotografievoorkeuren. Met macro- of dichtbijfotografie houd ik me zelden bezig en insecten zijn er alleen maar om dood te slaan als ze op een terrasje aan mijn frisdrank willen lurken. Toch fotografeerde ik vanmiddag in de vlindertuin van Zoo Parc Overloon een insect. Gewoon, omdat ik er dicht bij kon komen en omdat deze libel alle geduld van de wereld met mij had. Ze bleef onverstoorbaar stationair draaiend aan de tak sabbelen.
Verstand van dieren heb ik niet. Apen zijn apen en ondersoorten kan ik geen naam geven. Ook deze libel was maar een simpele libel, tot ik een poging waagde om het beestje via internet te determineren. Ik zag al surfend op het net veel mooiere foto’s van libellen langskomen dan die ik vanmiddag maakte. Maar er was iets wat me frapeerde: deze libel herkende ik als de tengere pantserjuffer. En voor alles met een pantser hebben ze in Overloon nog een ander museum neergezet: het Nationaal Oorlogs- en Verzetmuseum. Was die tengere pantserjuffer dan een dwaalgast in het Zoo Parc? Vergeten te vragen.


Dwaalgast?

zaterdag 8 augustus 2009

Intiem

Vierduizend mensen waren er gisteravond op de been in de kasteeltuin in Helmond. Daar werd het vijfde van zeven kasteeltuinconcerten gegeven in dit zomerseizoen. In die menigte ging ik op zoek naar individuen die zich vermaakten. Dat viel niet mee, want met een camera en een flitser trok ik nogal de aandacht. Dus onderbraken mensen de dingen waar ze mee bezig waren en wilden geposeerd op de foto. Of ze liepen weg.
Vooral later op de avond, toen de stemming en het bier er goed inzaten, werden mensen steeds brutaler. Voor sommige meiden was mijn camera het excuus om die leuke jongen om de hals te gaan hangen voor een lekker intieme foto. Ze hoefden soms niet eens het resultaat te zien, want het lijfelijk contact was gelegd. Bedankt fotograaf.
De flitser heb ik trouwens niet vaak gebruikt. Met een lichtsterk 50 mm-objectief van f/1.4 en de ISO-waarde op 800 kwam ik met de schijnwerpers en de sfeerverlichting in de tuin nog aardig ver. Het leverde de beste plaatjes op. Soms lukte het me ook om mensen ongestoord gade te slaan en te fotograferen.
Ik heb een poosje een groepje dansers van de Salsa Sensation uit Eindhoven gevolgd. Ze gaven op de salsamuziek van Marco Toro y su Ensamble een dansdemonstratie waar het dansplezier vanaf spatte. Dat vind ik zo leuk aan deze foto: er is oogcontact in een show vol beweging en het uitnodigende gebaar betrekt de beschouwer van deze foto meteen in de actie. Leuker dan de initimiteit van een zatte meid.


Leuker dan een zatte meid.

zondag 26 juli 2009

Woodstock

Muziek is niet zo mijn ding. Dat vertelde ik al eerder op dit blog (zie 18 mei 2008). Waar vrienden in mijn tienerjaren dweepten met The Who, Santana en Jimi Hendrix of hoe ze ook allemaal mogen heten, ben ik nooit fan van een muziekgroep, zanger of muziekstijl geworden.
Ik had geen idolen. Of toch. Op mijn tienerkamer hing een grote poster van mijn wieleridool Luis Ocana, the underdog die in 1973 de Tour de France won in een door Eddy Merckx beheerst tijdperk.
Hoewel ik niets met muziek heb, is Woodstock mij niet ontgaan. In augustus is het precies veertig jaar geleden dat dit festival werd gehouden. Alle openluchtfestivals die daar later op volgden waren in mijn ogen een slap aftreksel van dit muziekfeest op een afgelegen Amerikaans veldje, waar geschiedenis werd geschreven in de jongerencultuur. Kralingse bos, Pinkpop, Rock Werchter. Leuk voor de jeugd van daarna, maar de mythe van die Grote Eerste was er af.
Dit weekend moest ik er aan denken, toen we vanaf het terras bij ons weekendhuisje zicht hadden op het terrein van ‘Somme-Leuze Mega Plein Air’. Op het plaatselijke tennisveld stonden grote tenten, een enorme stellage met lampen en luidsprekers en er was een weiland ingericht als parkeerterrein.
Met een 400 mm lens en een sluitertijd van 20 seconden bij diafragma f/5.6 op 100 ISO fotografeerde ik het lichtspel in het dal onder ons vakantiehuisje. Tot elf minuten na drie uur in de nacht klonk het gebonk en de takkeherrie van een openluchtmuziekfestival in een Belgisch dorpje van vierhonderd inwoners. Of er vijf, vijftig, vijfhonderd of vijfduizend bezoekers waren kon ik niet zien. Maar het volume was royaal voldoende om vijfhonderdduizend bezoekers te bedienen. Ik droomde vannacht van Woodstock.


Takkeherrie.

donderdag 16 juli 2009

Herinnering

Het leven gaat snel. Op de kermis kan het zelfs nooit snel genoeg gaan. Het draait er op volle toeren, het wentelt, het buitelt, het botst. Als het duizelt hoeft het niet per se van de alcohol te zijn.
In Helmond was het kermis, maar die is alweer voorbij. Wie het na een dag alweer bijna vergeten was, kan het nog merken aan een paar achtergebleven vrachtwagens van dat snelle feest. Wat ook nog herinnert aan de kermis is het achtergebleven straatvuil dat vandaag dankzij de wind door de straat draaide, wentelde, buitelde en botste.
De man met zijn rollator zal aan deze kermis wel niet veel herinneringen hebben. Hij zal zich niet in de drukte en in de smalle doorgangen tussen de attracties gewaagd hebben. Voor hem gaat het allemaal niet meer zo snel. En als hij al kermisherinneringen heeft, dan is het misschien aan de eerste zoen in een grijs verleden. Want hij lijkt me van de generatie die zijn lief nog op de kermis opdeed.
Net als trouwens de bewoners van het hoge gebouw op de achtergrond. Dat is De Ameideflat, een zorgcentrum dat door de Helmonders ook wel Aauw Meideflat wordt genoemd. Daar zit gezien de gemiddeld hoge leeftijd van de bewoners veel herinnering, ook al zal er bij enkelen op die memorie flink wat sleet zitten. Het leven gaat snel, niet alleen op de kermis.


Niet meer zo snel.

zondag 5 juli 2009

Kerk in beweging

Onze parochiekerk is een halve eeuw geleden gebouwd. Dus vierde onze parochie vandaag ’50 jaar St. Gerarduskerk, 50 jaar kerk in beweging’. Het feestcomité ging maanden geleden op zoek naar mensen die met archiefmateriaal van de parochie een fototentoonstelling samen wilden stellen en ik bood mijn diensten aan.
Na een paar maanden van selecteren, digitaliseren, vormgeven, printen en inrichten stond er gisteren een expositie in de jarige kerk, waar ik een goed gevoel bij had. Pronkstukje vind ik zelf de tien foto’s die de bekende fotograaf Martien Coppens een halve eeuw geleden van de kerk maakte. Ik had er in een tweeluik foto’s tegenaan geplaatst die ik zelf in de afgelopen maanden maakte vanuit dezelfde standpunten als Coppens destijds. Ze geven een mooi beeld van de veranderingen; van een kerk in beweging.
Het is een tentoonstelling geworden die veel bekijks trok en die goed beantwoordde aan de bedoeling die ik ermee had: mensen gingen herinneringen ophalen en verwonderden zich over alle veranderingen. Met de foto die ik hier toon, wil ik een mooi tijdsbeeld geven van de hedendaagse kerk. Rollators en grijze kopjes vullen de ruimte voor de expositiepanelen. De ouderen kruipen bijna in de foto’s om de tijd van toen opnieuw te beleven. Of zijn het de oogjes die niet meer zo goed willen? De kerk die vandaag Abraham zag, blijft in dit beeld zelf nogal op de achtergrond; of op de voorgrond beter gezegd: je ziet alleen een randje van de kerkbanken.


Ouder dan de kerk.

vrijdag 26 juni 2009

Winnie

Ze hebben een kat die Winnie heet. Toen die een jonkie kreeg noemden ze dat poesje Winnie Two. Kijk, dat soort humor, daar hou ik wel van.
Vanavond waren we bij hen op bezoek. We zaten op deze zwoele zomeravond op de veranda met aan onze voeten de tuin, waarin Winnie zo graag op muizen jaagt. Het begon al te schemeren en Winnie was net nog hier maar nu ergens anders. Niemand die er acht op sloeg.
Opeens zat de lucht vol vogels die met hun helse gepiep duidelijk maakten dat er iets niet pluis was. Boven onze hoofden op het afdak van de veranda klonk een bons en gestommel. Het gepiep zwelde aan. Man des huizes strekte zijn nek en zijn tenen en zag in de begroeiing dat er op het afdakje een vogelnestje op de pannen lag. Zoon des huizes spoedde zich naar boven en zag vanuit zijn slaapkamerraam dat Winnie op het pannendak heerlijk lag te smullen. Het liet zich raden wat zijn prooi was. Het was zo gepiept. Even later vertoonde ze zich aan de dakrand met rode lippen die beslist niet met een stift waren aangezet.
Zielig voor het vogeltje? Welnee, in Huize Winnie Two zijn ze de nuchterheid zelve. Het is de natuur, zeggen ze. Winnie deed wat haar instinct haar ingaf en de vogeltjes kunnen zich na hun heftige gepiep opmaken voor een stille tocht, die bij deze gevederde diertjes wel een stille vlucht zal heten.


Zo gepiept.

woensdag 17 juni 2009

Geen sportfotografie

Foto’s gaan maken van de klassieker Luik-Bastenaken-Luik en er niet bij zijn als in mijn eigen woonplaats een profronde van start gaat, dat kan natuurlijk niet. En dus was het ook niet zo. Ik combineerde vanavond weer mijn liefhebberijen wielrennen en fotograferen bij de proloog van de Ster Elektrotoer in ons dorp.
Het ligt erg voor de hand om dan sportfoto’s te gaan maken, maar dat wilde ik niet. Ik zocht mijn onderwerpen meer in het genre van de straatfotografie, omdat in dat soort foto’s vaak mooie verhalen schuil gaan.
Ik ben niet zo ver gegaan als de Belgische fotograaf Stephan Vanfleteren, die in Vlaamse wielerrondes de mooiste foto’s maakt als hij met zijn rug naar de renners staat. In zijn boek met de titel Fladrien staan prachtige zwart-wit foto’s, waarin uitstekend de sfeer en de entourage van het Belgische wielrennen zijn gevangen. Er staan nauwelijks renners in dat boek.
Uit de serie foto’s die ik vanavond schoot, pik ik er eentje die niet alleen de dynamiek van het wielrennen toont, maar vooral ook een verhaal vertelt. Tom Stamsnijder is de Raborenner die langs zoeft. Het monotone geluid van het dichte tijdritachterwiel kan ik in de foto niet weergeven. Wat je wel kunt zien, is dat hij door een van de oudere straten van Gemert rijdt. Dat kun je zien aan het kèske links op de foto. Kèskes zijn wegkapelletjes zoals je die alleen aan de oude uitvalswegen van Gemert vindt. Wat me aan deze foto ook bevalt zijn de mannen in rennerstenue voor de rijwielzaak. De heren hebben prima materiaal, maar ze kunnen slechts dromen van de capaciteiten van Stamsnijder. Dat weten ze zelf ook. Geen sportfoto dus, maar een verhalende foto van de straat.


Het verhaal achter de renner.

zondag 14 juni 2009

Alleen op de wereld

Het is toch een eigenaardig stadje, dat Durbuy in de Belgische Ardennen. De lokale toeristenindustrie benadrukt graag dat dit ‘het kleinste stadje ter wereld is’. In de stadskern wonen slechts vierhonderd mensen, maar er lopen dagelijks duizenden toeristen door de paar smalle straatjes met veel winkeltjes en restaurantjes.
Ondanks die drukte kun je hier heel erg alleen zijn, dacht ik toen ik deze mevrouw met een sigaretje in de deuropening van haar kledingwinkeltje zag staan. Overal was het druk in de winkeltjes en zij had geen klandizie. Hoe alleen kun je je dan voelen in het ‘kleinste stadje ter wereld’.
Ik kreeg zowaar medelijden met haar. Het was het gevoel dat me als kind bekroop bij het lezen van het boek ‘Alleen op de wereld’ van Hector Malot. Die kleine Remi, als vondeling bij pleegmoeder Barberin terecht gekomen, op achtigjarige leeftijd door stiefvader verkocht aan straatmuzikant Vitalis en daarna al die zwerftochten met evenzovele zielige avonturen. ‘Sans famille’, schoot me in dit Franstalige stadje de oorspronkelijke titel van ‘Alleen op de wereld’ te binnen.
Opeens bedacht ik weer dat we hier met de fotoclub op stap waren en dat we hadden afgesproken dat we in dit pittoreske stadje vooral mensen zouden fotograferen. Ik drukte snel af voor ze me in de gaten kreeg en net te laat naar binnen glipte. Niks medelijden met een mevrouw die alleen op de wereld is maar niet heus. Alleen op de foto, dat wel.


Alleen op de foto.

maandag 1 juni 2009

Vergane glorie

De afgelopen dagen heeft onze Foto Expressie Groep Gemert weer meegedaan aan de Open Atelier Route in Gemert. We hadden een mooie expositie van 24 foto’s rond het thema ‘Bijzonder Alledaags’. We trokken een kleine 250 bezoekers die veel waardering hadden voor het getoonde werk. We mogen best tevreden zijn met dit resultaat. Ik zou nu de twee foto’s kunnen tonen, waarmee ik aan de tentoonstelling heb meegedaan. Maar één daarvan publiceerde ik hier al eerder. Dat is de foto die onder de titel ‘Bril’ op 19 oktober 2008 op dit blog staat.
Ik kies voor vandaag een andere foto in het kader van de Open Atelier Route. Die maakte ik vanmiddag, toen ik een rondje fietste langs de opengestelde ateliers. Van de zeventien adressen waarlangs de bezoekers tijdens de route geleid werden, was Ateliers Nazareth een niet te missen locatie. Daar exposeerden gerenomeerde kunstenaars als Hennie Barten, Anni van Bokhoven, Annette Bouw, Johan Claassen, en… kom, ik ga ze niet alle twaalf noemen.
Op het pleintje achter Nazareth maakte ik deze foto van vergane glorie. Pardon, ik bedoel niet de dames. Of breng ik U nu onbedoeld toch nog op die gedachte? Sorry dames, ik zou niet durven om met jullie te spotten. Deze vrouwen zitten gezellig naar Cubaanse muziek te luisteren van een orkestje dat niet op de foto staat, zoals nog vele luisteraars die ook niet op deze foto staan.
De vergane glorie waar ik op doel is de omgeving. Dit was vroeger de speelplaats, schoolplein zo U wilt, van de roomskatholieke meisjesschool Nazareth. De nonnen van het gelijknamige klooster gaven les aan deze lagere school. Op de achtergrond is nog een stukje kloostertuin te zien, waarin momenteel tijdelijk de noodgebouwen staan van Zorgcentrum Ruijschenbergh. Daarvan is nog verder op de achtergrond de nieuwbouw al zichtbaar. Deze doorgaans verscholen plek achter Ateliers Nazareth zag er ooit beter uit. Wat ik noem: vergane glorie.


Dit zag er al eens ooit beter uit.

maandag 25 mei 2009

Donkere medemens

Was ik in Kinshasa? Of in Ouagadougou? Misschien was het Bloemfontein? Nee, ik was niet in Afrika. We hoeven al lang geen wereldreis meer te maken om onze donkere medemens te ontmoeten. Ik was op het kerkplein in Marche-en-Famenne, België.
Het was aangenaam warm in de voorjaarszon, maar niet snikheet. Veel mensen pikten een terrasje, want daarvoor waren de weersomstandigheden ideaal. Ook de ouders van deze kinderen zaten op een terras en konden van daaruit hun kroost in het oog houden.
Terwijl de volwassenen zich laafden aan ijs, frisdrank of bier, vermaakten de kinderen zich met het water van de fontein. Elkaar lekker nat spetteren; de waterstralen vervormen door er een hand in te steken. Dat soort kindervermaak.
Het was een heerlijke voorjaarsdag in mei. Kijkend naar die kinderen, bedacht ik dat hun familie in Kinshasa of Ouagadougou of waar ook in Afrika misschien wel zich als eerste levensbehoefte het water wensen, waar zij hier mee spelen. De wereld steekt raar in elkaar.


Spelen met water.

zondag 26 april 2009

Alberto

Op dit blog plaatste ik al twee keer eerder een foto van de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik. Wielrennen is nou eenmaal een passie die na fotografie op een stevige tweede plaats staat. Daar komt bij dat de karavaan van La Doyenne elk jaar op luttele kilometers bij ons weekendhuisje in de Ardennen voorbijtrekt.
Vanmorgen stonden we de renners op te wachten op hun eerste klim, de côte de Ny. Ik had een leuk plekje uitgezocht waar ik het peleton van verre zag aankomen en bovendien nog wat van het landschap kon vastleggen. Mooie diagonale lijnen die in de verte in een punt samenkwamen.
Tot de renners in aantocht waren. Toen stak een stelletje lompe Hollanders plotsklaps de weg over en ging pal voor me staan. Ik verzocht ze om opzij te gaan want aan de overkant en naast me was nog plek genoeg. Maar ik kreeg als lomp antwoord: ‘als de renners voorbij zijn heb je weer plek zat’. Dus deed ik een paar stappen naar voren, maakte me zo breed dat ze niks meer zagen, ging en passant bij één van hen op de tenen staan en maakte na een kort ‘sorry’ een paar mooie foto’s. Soms is fotograferen oorlog. De Hollanders gingen schielijk weer aan de overkant staan en ik had weer alle ruimte.
Zo maakte ik deze foto met uiterst links de Spanjaard Alberto Losada Alguacil. Nooit van gehoord? Dat kan. Zijn beste uitslag in de afgelopen drie jaar was een twintigste plek in een onbeduidende wedstrijd en dat was dan nog een uitschieter. Vandaag eindigde hij op plek 112. Zo’n renner staat zelden vooraan op de foto. Ik heb hiervoor eerlijk gezegd links nog meer dan een half peleton moeten afknippen.  


Zelden op kop.




zondag 12 april 2009

Pasen

Voor christenen is het paasfeest eigenlijk bedoeld om te herdenken dat Jezus uit de dood is opgestaan. Maar dat zijn veel mensen tegenwoordig vergeten. Het feest heeft iets met een haas en eieren te maken en om er toch nog iets van nieuw leven in te leggen, mogen er ook kuikentjes bij.
Vanmorgen waren we op visite bij een nichtje dat zich in haar arbeidszaam leven ontfermt over kleuters op de basisschool. In het kader van de kleutereducatie had juf een broedmachine en eieren naar school gehaald en daar waren heuse kuikentjes uit voortgekomen. Maar ja, wat doe je met de paasdagen met die levende have als de school dicht is? En dus had juf een kooitje met een kuiken in haar woonkamer naast de televisie staan.
Het ding piepte dat het lieve lust was, maar juf verzekerde dat het op school nog veel erger was geweest. Om niet te vergeten dat met Pasen kuikentjes uit een ei zijn opgestaan, pakte ik mijn camera om er een foto van te maken. Helaas zat het diertje achter dicht geweven gaas. Om er toch nog een leuk plaatje van te maken heb ik een wassen kaarskuikentje voor de kooi gezet. Het levend kuikentje kwam met grote belangstelling naar zijn Madam Tussaud-evenbeeld kijken. Vrolijk Pasen!


Feest van het kuiken en het ei.