zaterdag 21 juni 2008

Ster Elektrotoer

Fotograferen is mijn hobby nummer één. Wielrennen is op enige afstand een goede tweede. Vanmiddag finishte de Ster Elektrotoer in ons dorp. Nu moest ik kiezen, want uit ervaring weet ik dat het volgen van een wielerwedstrijd niet samengaat met het fotograferen van de renners.
Ik zal het uitleggen. Als ik een wielerwedstrijd volg, probeer ik de onderlinge krachtsverhoudingen van de renners, hun specialismen en tactiek te doorgronden. Ik let erop wie zijn knechten vooruit stuurt, wie er handig is om in een bochtige finale weg te rijden en weg te blijven, of ik let op de sprinter die in de smalle straten van ons dorp een eindsprint goed kan organiseren. Dat soort dingen.
Als ik fotografeer let ik op het mooiste plaatje. Dan ontgaat me verder alles. De wereld is niet groter dan wat ik zie door de zoeker van de camera. Ik herken de renners pas thuis op het beeldscherm, als ik de foto's ga bewerken. En dan nog moet ik soms raden wie het zijn, als zonnebrillen en valhelmen hun identiteit verbergen.
Vandaag koos ik voor de foto. Mijn vrouw ging naar de finish, waar het halve dorp samenstroomde. Ikzelf stond alleen op een landbouwweggetje amper vier kilometer voor de eindstreep. Ik ken die hoek van het dorp goed, omdat het mijn geboortegrond is. Terwijl ik op de renners stond te wachten, kwamen de herinneringen boven aan de spelletjes die we hier vroeger in dit afgelegen gebiedje speelden. De weg waar ik nou stond te wachten was in mijn jeugd nog een karrenspoor. Hier hield de wereld op. En zie, ik slaagde erin om de renners zo te fotograferen alsof ze het einde van de wereld naderden. Ze rijden recht op een door gras overwoekerd karrenspoor aan. Mooier dan een witte finishlijn.

Mooier dan een witte finishlijn.

Hartsvriendinnen

Vriend Hans in België vierde gisteren zijn verjaardag. Hij had ons uitgenodigd voor een feestje rond een kampvuur, waartoe hij aan de rand van Herentals alle gelegenheid heeft. We zijn al vrienden vanaf onze jeugd, maar sinds hij in België woont zien we elkaar niet meer zo vaak. Hij heeft daarginds een vrienden- en kennissenkring om zich heen gebouwd, die niet meer de onze is. Het zijn stuk voor stuk leuke mensen, maar we zien ze te weinig om te kunnen zeggen dat we ze echt kennen.
Zo was daar Thom, die vorig jaar voor een gelegenheid mijn telefoonnummer in zijn gsm had opgeslagen en onlangs belde met de vraag wie ik was. Hij wist niet meer van wie het nummer was en waarvoor het diende. Het duurde een minuutje eer we door hadden, dat onze gemeenschappelijke vriend Hans de brug was tussen ons beiden. Zo was er op het feest ook een man die vroeg of ik Hans kende via de bier- en wijnclub waar hij lid van is. Neen, verzekerde ik. Bier en wijn zijn goede vrienden van me, maar Hans zit daar niet tussen. Hans heeft een nieuwe vriendin. Een aardige vrouw, waar ook wij het van begin af aan goed mee konden vinden. Verder waren er op het feest voor ons veel nieuwe, onbekende gezichten.
Ik zag twee meiden spontaan op de trampoline springen, die bij Hans in de tuin staat. Ik vond het wel aardig, hoe die twee bij het laatste daglicht tegen de hemel kaatsten. Dus pakte ik mijn camera en stak er de flitser op. Een lange sluitertijd zou schimmige figuren maken van de twee en het flitslicht moest de dames nog enigermate scherp aftekenen. Het waren twee hartsvriendinnen, vertelden ze. Zie hoe ze elkaars hand vasthouden. Wie ze zijn en hoe ze heten weet ik verder niet. Twee aardige, maar voor mij schimmige figuren in de tuin van vriend Hans.

Ik weet niet eens hoe ze heten.

dinsdag 17 juni 2008

Avondwandeling

Het was nog aangenaam weer en we besloten een avondwandeling te maken. De zon schoot een mooi strijklicht over het dal van de Ourthe, dus ging mijn camera mee. Of beter: mijn camera ging zéker mee, want eigenlijk neem ik op elke wandeling mijn camera mee. Je weet immers maar nooit. Het is me al eens gebeurd tijdens die enkele keer dat de camera in de auto lag en de auto ver weg stond, dat zich onverwacht mooie fotomomenten aandienden.
We liepen dus gisteravond even een ommetje door onze tweede woonstede Somme-Leuze in de Belgische Ardennen. We gingen de steile weg vanaf ons huisje naar beneden, met rechts de weilanden die de diepte in golfden en links het dorp met daarachter de fraai door zon beschenen heuvels. Ik had me voorgenomen om niet zomaar raak te klikken, maar de mooie plekjes zorgvuldig uit te kiezen.
Het doorkijkje op de foto viel zelfs wandelend in het voorbijgaan nauwelijks op. Ik zag het pas toen ik nog even omkeek en ik moest er zelfs voor door de knieën. Het kerkje van Somme-Leuze lag prachtig in de zon en de haag vormde een natuurlijk kader. De lage zon wierp krachtige, lange schaduwen en zo was het onvermijdelijk dat ik zelf ook in beeld kwam. Ik vond het niet eens erg. Mijn schaduw vulde precies op de goede plek onder de kerk een lege ruimte. Ik sta dus niet, zoals zoveel vakantiefotografen, zonder erg op de foto.

Mijn schaduw zit daar niet zonder erg.

zondag 8 juni 2008

VT Wonen

"Doe je dit wel eens vaker?" vroeg mijn collega Roelof. Hij had me gevraagd om foto's te maken van zijn woning, want die wil hij gaan verkopen. De foto's zijn bedoeld om kopers naar zijn fraaie huis te lokken. Via funda.nl en zo nog wat promotiemateriaal.
"Och," zeg ik, "ik fotografeer wel eens in kastelen." Want interieurs omwille van de interieurs fotografeer ik inderdaad niet veel. Niet in woningen. En zeker niet om die te verkopen. Maar mijn antwoord benaderde het dichtst mijn bedoeling om aan te geven dat ik wel wat kaas heb gegeten van het uitzoeken van sfeervolle plekjes met een sfeervolle belichting. Vooral oude kastelen kunnen me zeer bekoren. Zo'n ruwe stenen muur met een houten vloer waarop een bundel binnenvallend zonlicht schijnt. Het is dan de kunst om alles goed in balans te houden, zodat de sfeer niet verloren gaat. Dus geen uitgebleekte witte plekken waar veel zon valt en geen dichtgelopen zwarten in de schaduwen.
Ik heb daar zo mijn truukjes voor ontwikkeld, waarbij het er op aan komt dat vooral de hoge lichten binnen het contrastbereik van de sensor blijven. De donkere partijen vallen dan vaak in een fotobewerkingsprogramma nog wel te redden. Ik verkies dan opnames in RAW-bestanden boven door de camera berekende JPEG'jes.
Helaas had mijn collega Roelof haast met het inleveren van de foto's dus heb ik mijn over het algemeen te donkere opnames snel op de laptop opgekrikt en bij hem achtergelaten.
Hij was tevreden. Het lijken wel foto's voor het woonblad VT Wonen, stelde hij opgetogen vast. Toen ik ze later thuis nog eens op mijn gemak door een fotobewerkingsprogramma haalde, zag ik dat het allemaal nog veel beter kon. Hopelijk vindt Roelof toch kopers voor zijn huis.

Het lijken wel foto's voor VT Wonen.

zondag 1 juni 2008

Eigenzinnig

Vorige week schreef ik hier, dat ik een beetje uitgekeken ben op Durbuy. Toch was ik er zaterdag weer, omdat ik de leden van onze fotoclub had uitgenodigd om er een middagje te komen fotograferen. Het kleinste stadje ter wereld heeft immers heel veel mooie plekjes die fotografen kunnen inspireren tot fraaie, creatieve opnamen. Vooral als je er voor de eerste keer, of althans niet al te vaak, komt.
In de afgelopen jaren heb ik me aan Durbuy een beetje overeten. Het biedt me geen uitdaging meer, dacht ik tot afgelopen zaterdag. Ik heb op mijn computer digitale mappen vol kasteel_van_Durbuy, Ourthe_in_Durbuy, straatjes_van_Durbuy en tuinen_van_Durbuy, om maar wat te noemen. Er is geen overzicht of geen detail, dat ik al niet ooit voor de lens heb gehad. Ik fotografeerde er ook wel mensen en evenementen. Maar zaterdag besefte ik dat dat alles feitelijk alleen maar decor is voor het bijzondere straatleven van Durbuy.
Het dorp of zo je wilt 'stadje' trekt dagelijks hordes toeristen. Op zondagen komen de motorrijders, de autotoertochtrijders en de gezinnen die er even op uit willen met een vastomlijnde bestemming. Op werkdagen zijn het vooral busladingen vol toeristen en op zaterdagen hangt dat er ergens tussenin. Het zijn vaak rare snuiters. De naar mijn smaak leukste foto die ik zaterdag maakte geeft daar een indruk van. Het oma-Duck-wagentje in het midden staat altijd voor het hotel. Dat valt me al niet meer op. Die artistieke kale man met zijn wollige grijze baardje en zijn hondje past goed in het straatbeeld van het eigenzinnige Durbuy. Die Rolls Royce ook. Rechts loopt een groepje toeristen, zoals er hier massa's voorbijkomen. En het meest opmerkelijke van deze foto is nog wel, dat er geen fotografen op staan. Want daar struikel je over in Durbuy.


Durbuy heeft rare kostgangers.